De Italiaanse componist Gregorio Allegri (1582-1652) is vooral bekend geworden door zijn Miserere (Psalm 51) dat hij rond 1630 componeerde voor twee koren, het ene vier- en het andere vijfstemmig. De toenmalige paus Urbanus VIII was zo op dit stuk gesteld dat hij bepaalde dat het alleen binnen het Vaticaan mocht worden uitgevoerd, op straffe van excommunicatie. Tot op de dag van vandaag wordt het jaarlijks op Goede Vrijdag in de Sixtijnse Kapel ten gehore gebracht.
Ook het kopiëren was door diezelfde paus streng verboden. Slechts drie kopieën werden toegestaan; deze werden aan Keizer Leopold I, aan Padre Martini en aan het Koningshuis van Portugal geschonken. Meerdere componisten probeerden vergeefs de tekst en melodie uit te schrijven of te stelen.
Tot 140 jaar later, in het jaar 1770, een 14-jarige jongen de uitvoering twee keer tijdens één week bijwoonde, op de woensdag en de vrijdag voor Pasen. Thuisgekomen zette hij in één ruk de hele tekst en compositie op papier. Een onwaarschijnlijke exercitie, maar hij deed het. In Wenen, waar hij woonde, begon hij het stuk zelf ook op te voeren. Paniek in Rome natuurlijk. Het ‘geheime’ stuk van Allegri was gestolen en openbaar bezit geworden! De jongeman werd door de toenmalige paus Clemens IV naar het Vaticaan geroepen. Echter, in plaats van straf of een reprimande, kreeg de jongen de Orde van de Gulden Spoor omgehangen. Zo onder de indruk was de paus van het gigantische talent van deze jongen. Zijn naam: Wolfgang Amadeus Mozart.
Sindsdien mag het stuk overal uitgevoerd worden, tot blijdschap van veel mensen, getuige ook plek 56 (vorig jaar 38) die Allegri met zijn Miserere in de onlangs (in 2024) gehouden top 400 van NPO Klassiek (voorheen NPO Radio 4 geheten) behaalde.
Luister hier.
Miserere - Gregorio Allegri
Plaats reactie