De Vlaamse gaai zag ik voor het eerst toen ik in Apeldoorn woonde. Eerder, op het platteland van West-Friesland kende ik deze vogel niet, alleen van plaatjes. Het viel me op hoe mooi de vogel was, met z’n karakteristieke blauwe lijn in zijn verentooi, zeker van dichtbij. Prachtig ook hoe dit blauw contrasteert met het roze van zijn lijf en de stukken wit en zwart her en der verspreid. On-Nederlands mooi, dacht ik meteen, als een ontsnapte exotische vogel uit een dierentuin. Het blijkt dat de Vlaamse gaai zich voornamelijk in de buurt van bossen ophoudt. Om die reden komen ze in de kop van Noord-Holland bijna niet voor. Des te meer op plaatsen op de Veluwe, zoals in Apeldoorn en Arnhem waar ik nu woon. Af en toe komt er een Vlaamse gaai op ons terras zitten om wat fijne draadjes uit onze plantenbakken te pikken. Een mooi gezicht is dat. Zie hieronder.
Vlaamse gaai op ons terras
Later hoorde ik het krijsen van de Vlaamse gaai. Oei, wat een lelijk geluid, het is meer schreeuwen dan krijsen wat ze doen. Ineens keek ik met andere ogen naar dit beest. Wat een onaardig karakter. Hetgeen ook blijkt uit het feit dat de Vlaamse gaai in de praktijk een brute moordenaar is, gelijk aan de ekster en de kraai. Naast eikels en beukennootjes rooft ie namelijk nesten leeg om daar de eieren en jonge kuikens te verorberen. Zelfs jonge knaagdieren behoren af en toe tot zijn eetwaar. Een naar beest dus.
Het blijkt dat de Vlaamse gaai in het najaar massaal eikels in de grond verstopt, precies zoals eekhoorns dat doen. Ze gelden daarmee onbedoeld als ‘de grootste bosbouwers’ van Nederland. Elke niet opgegraven eikel groeit namelijk uit tot een eikenboom. In het Duits heet de Vlaamse gaai dan ook Eichelhäher.
Toch blijf ik het een mooie vogel vinden. Zolang ie z’n kop maar houdt.
Vlaamse gaai
Plaats reactie