Ons denken heeft meer invloed op onze omgeving dan we kunnen bevroeden. Ons iets voorstellen nog meer. Daar gaan werkelijk ongekende krachten van uit. Wanneer we volledig van iets overtuigd zijn, kan dat zelfs fysieke vormen aannemen. Voor onszelf bestaat het dan, we zien het voor ons, terwijl een ander dit als onzin zal bestempelen.
Maar bestaat het waargenomen object dan? Het antwoord is even eenvoudig als onbevredigend. Voor de een (de gelovige) wel, voor de ander (de niet-gelovige) niet.
Als voorbeeld de verschijningen van Maria aan de kinderen van Fatima in 1917. Voor de drie kinderen was dit een werkelijk gebeuren. Niet verzonnen. Ze riepen door hun rotsvast geloof in Maria deze verschijning zelf op. Maria verscheen aan hen om verschillende diepreligieuze boodschappen door te geven. De katholieke kerk heeft deze verschijningen als waarheid bestempeld en twee van de drie kinderen heilig verklaard. Anderen zullen zeggen dat deze verschijningen zinsbegoochelingen waren. Beide partijen hebben gelijk.
Gaan we verder terug in de tijd, dan zien we het geloof in natuurwezens als trollen, elfen en kabouters. Iedereen moet daar tegenwoordig om lachen. In sprookjes komen ze voor ja, maar niet in het echte leven. Toch, wanneer je je sterk met de natuur verbindt en de groeikrachten in de grond beleeft, voel je daar iets bij. De aarde draagt een bepaalde energie in zich. Zandgrond voelt heel anders dan kleigrond. Sterk aanwezige groeikrachten betekenen volop groei van planten en gewassen. Natuurmensen konden dit soort krachten in de natuur aanvoelen, beleven en daardoor ook visualiseren. Ze onderscheidden verschillende soorten krachten. Die in de grond visualiseerden ze tot kleine mannetjes, kabouters genoemd. Die zagen ze dan ook echt*. Waar de krachten verfijnder waren, bovengronds rondom planten bijvoorbeeld, zagen ze die als elfen. Enzovoorts. De kwaliteiten van de natuur manifesteerden zich zodoende als levende schepsels. Natuurlijk alleen voor diegenen die daar oog voor hadden. Oftewel, diegenen die zich sterk verbonden voelden met de natuur.
In onze tijd denken we daar ver van af te staan. We hebben nu heel andere ideeën en gedachten over de natuur. Maar opvallend genoeg manifesteren dit soort voorstellingen zich wel degelijk op andere terreinen. Door alle techniek en inzichten in de wereld van sterren en heelal zijn we erg gespitst of er ergens buitenaards leven mogelijk is. Sinds zo’n 100 jaar houdt ons dit sterk bezig. Er wordt door astronomen veel onderzoek gedaan of er planeten zijn waar leven zoals op aarde mogelijk is. Ons voorstellingsvermogen past zich daar wonderwel op aan. Wat we sinds de Tweede Wereldoorlog meemaken is het zien en geloven in Ufo’s. Het zouden buitenaardse beschavingen zijn die contact met ons zoeken. De mensen die beweren onverklaarbare lichtverschijnselen te hebben gezien, liegen niet. Wat ze niet doorhebben is dat hun voorstellingskracht deze beelden oproept. De intensiteit waarmee dit gepaard gaat zorgt voor de visualisatie van hun voorstellingen. En dan bestaan de Ufo’s ook. Natuurlijk niet voor objectieve meetstations, want die geloven niet. Die nemen op een andere manier waar. Net als verstokte rationalisten. Ook zij zullen nooit Ufo’s waarnemen. Zij zijn te nuchter en missen het voorstellingsvermogen hiervoor. Wat natuurlijk ook niet erg is.
Dit kun je doortrekken naar de tegenwoordig overal aanwezige complotdenkers. In feite zijn dit diep religieuze mensen die de oude God, die over alles beschikt, in hun voorstelling hebben ingeruild voor de elite, de WEF of hoe het complot van de machtigen der aarde ook genoemd mag worden. Ze willen het zo zien, en zo zien ze het ook. Bewijzen te over. Van een omroep als de NPO die onder één hoedje speelt met de politieke machthebbers tot de IPCC-wetenschappers die waarschuwen voor de opwarming van de aarde. Allemaal verweven met elkaar, één pot nat aan complotten.
Is er dan geen complot? Jawel, er is een samenwerkingsverband tussen verschillende partijen voor wie het zo wil zien. Neen, er is geen complot voor wie andere inzichten en maatstaven hanteert. Ook hier weer, beide partijen hebben vanuit hun eigen visie volkomen gelijk.
Waar sta jij dan?, vragen mensen mij. Er tussenin, is mijn antwoord. Ik probeer er doorheen te kijken. Wat is werkelijkheid, wat is waarheid? Die ligt in een gebied omsloten waar wij (en ik ook) nauwelijks toegang toe hebben. Wij worden veel teveel in beslag genomen door het leven van alledag om daarin onder te duiken. Het vraagt diepte en contemplatie. En dan nog. Het volledig doorzien van onszelf en de wereld om ons heen is een haast onmogelijke opgave. Het leven is één grote paradox. Het zijn twee uitersten in één, ogenschijnlijk tegenover elkaar staand, maar als yin en yang op elkaar passend.
Goethe verwoordde dit als: Zwei Seelen wohnen, ach! in meiner Brust. Tweehonderd jaar later was er een beroemde oud-voetballer die opmerkte: je gaat het pas zien als je het doorhebt.
* Ikzelf heb dit soort wezens nooit gezien, maar mijn broer wel. Hij is jarenlang biologisch-dynamische tuinder geweest, onder andere in Trondheim in Noorwegen. Zijn speciale band met de natuur en de grond die hij daar bewerkte zorgde ervoor dat hij af en toe kabouters om zich heen ontwaarde. Ze waren wantrouwend, hielden afstand en lachten hem soms uit. Een verder contact was er niet.
Denkkracht, voorstellingskracht
Plaats reactie