Hoofdbanner

Vanochtend, tijdens een wandeling door het park, kwam mij een rode Amerikaanse rivierkreeft tegemoet. Precies zoals ik het schrijf, ik stond stil en het beestje krabbelde parmantig in mijn richting. Toen ik knielde om hem beter te kunnen zien, kwam ie nog dichterbij. Vijftien centimeter groot. Totaal niet bang. Met nieuwsgierige oogjes keek ie me aan. Volgde mij toen ik een meter achteruit bewoog. Alsof hij iets van mij verwachtte. Waarschijnlijk eten.
Het blijkt dat rivierkreeften op weg naar voedsel met gemak een sloot of meer kunnen verlaten, om met hun kromme pootjes over land verder te gaan. En zoals in mijn geval, over het wandelpad tussen twee grasvelden in.
Ik had al eerder over ze gelezen, dat ze als invasieve exoot een gevaar voor de fauna en flora in Nederland vormen. Van nature komen ze niet voor in ons land. Hebben geen natuurlijke vijanden hier. Ze hebben onze eigen inheemse rivierkreeften verdrongen door de ziekte die ze met zich meedroegen, de zogenaamde kreeftenpest. Zijzelf zijn resistent hiertegen, onze eigen rivierkreeft niet. De rode Amerikaanse rivierkreeften graven holen en verzwakken daarmee dijken en oevers. Een groot probleem, los van het feit dat er veel waterplanten door hun grote vraatzucht verdwijnen. In 2016 is er een vanuit de EU een rapport opgesteld waarin alarm wordt geslagen over de explosieve toename van deze beestjes.

Amerikaanse rivieerkreeft
      Rode Amerikaanse rivierkreeft (park in Arnhem)

Ik wist hoe ze eruit zagen van plaatjes. Dit was de eerste keer dat ik er eentje in het echt kon bestuderen. Let op de rechter schaar, die is veel groter dan de linker. Dat geeft aan dat mijn rivierkreeftje een mannetje is. Vrouwtjes hebben scharen van gelijke grootte.

Een voorbijganger, die even mee kwam kijken, vertelde dat ze pas sinds de coronatijd een ware plaag vormen, omdat de horeca die toen dicht zat ze in de natuur heeft losgelaten. Ik weet niet of dit klopt. Volgens andere berichten zitten ze al sinds 1984 in onze sloten en meren en is er, zoals gezegd, al in 2016 voor hun aanwezigheid gewaarschuwd. Ze zouden geen natuurlijke vijanden hebben, staat in datzelfde rapport, en vreten alles op wat ze tegenkomen. Alleen reigers, die lusten af en toe wel een rivierkreeftje, las ik ergens anders. Om op een andere pagina weer te lezen dat inmiddels, geconstateerd in 2020, ook waterhoentjes, futen, kraaien, reigers en meeuwen rivierkreeften verorberen. En hoera, ze worden zelfs door grote vissen en palingen gegeten. Dat gaat de goede kant op.

Een groepje nieuwgierige scholieren kwam ook nog langs. Ik zei hen plagend dat zo’n rivierkreeft heerlijk is om op te eten. Neem maar mee voor thuis vanavond. Ze konden er wel om lachen.
Je kunt ze vangen met speciale korven die geen bijvangst veroorzaken. Om bijvoorbeeld een verdwaalde paling weer een uitgang te bieden. Het kan ook op een andere manier, zie hier. Restaurants zijn er blij mee. Een delicatesse, schijnt het.