Alle begin is zaad, een hartstochtelijk zwellen
vanuit onbekende diepten, eerst nog geketend aan
zwaartekracht, door vallend licht omhooggetrokken,
is er de woeling, zijn er fonteinen vol druppels
juichen die uit een lichaam spatten. De daders
met hun witte bloemkoolhoofden, ze klimmen
langs lianen van genot de hemel in, als
vlugge apen voor wie dit dagelijks werk is.
Ze loeren, wachten, zoeken een bedding voor
voortgang, naar wat wil dragen, bestendigen,
als hangbrug tussen twee steile oevers.
Waaronder aarde in water overgaat, het leven
kan vloeien, de verbeelding in een denderende
vaart nieuwe vruchten het papier opsmijt.
Alle begin is zaad
Plaats reactie