Ruim drie jaar geleden hebben we een dagje Haarlem gedaan. We doen dat wel vaker, een stedentrip. Gewoonlijk met z'n vieren, deze keer met z'n zessen, wat het extra gezellig maakte. Van tevoren had ik wat informatie ingewonnen over wat we konden bezoeken. Teylers natuurlijk, de St. Bavo, misschien een rondvaart. In mijn zoektocht op internet kwam ik ook de naam Corrie ten Boomhuis tegen. Nooit van gehoord, maar zo op het oog interessant, vanwege de parallellen met het Anne Frankhuis. Ook W.O. II, ook een geheim vertrek achter een wand om onderduikers een schuilplek te bieden.
De entree was gratis, er was om de zoveel uur een rondleiding voor maximaal 20 personen, afzonderlijk in het Engels en het Nederlands. Er zat een Engels sprekende man in ons Nederlandse gezelschap, die moest weg. Brexit, zeiden wij lacherig, eruit jij. Er volgden nog wat grapjes, maar daarna was het ernst. Diepe ernst. In plaats van een helder overzicht te geven over het leven van Corrie ten Boom, werden we te midden van flarden bekende geschiedenis door onze vrouwelijke gids overspoeld met een soort van evangelisatie. Over het geloof in de Here Jezus, dat deze voor onze zonden aan het Kruis gestorven was, met de nagels dwars door zijn handen, nee door zijn polsen geslagen en door zijn voeten, dat we moesten bidden voor de vervolgde Christenen in Noord-Korea, dat het einde der tijden spoedig zou komen. Waarbij, vertelde de vrouwelijke gids blijmoedig, een derde van de mensheid uitgeroeid zou worden, want zo stond dat beschreven in de Bijbel, in de Openbaring van Johannes. En, rekende ze uit, dat is een derde van zes miljard, dus 2 miljard mensen zullen omkomen. Dit staat echt te gebeuren, verzekerde ze ons. Ze zat zich bij het vooruitzicht alleen al echt te verkneukelen. Waarna het wachten is, zei ze, op de wederkomst van Jezus en het Nieuwe Jeruzalem zich zal openbaren.
Poeh, waar waren we nu weer terecht gekomen? Mijn vijf mede-lotgenoten trokken ondertussen erg zure gezichten. Dan duren vijf kwartier stichtelijke preken aanhoren wel erg lang. Gelukkig vertelde de vrouw tussendoor ook wel interessante dingen, over de schuilkelder, over het verraad, over het vervoer naar Ravensbruck, maar het was bij elkaar weinig consistent, met sprongen in de tijd, en feitelijk weinig informatie over Corrie ten Boom zelf.
Ik dacht aan het boek van Jan Siebelink, Knielen op een bed violen. Datzelfde beklemmende gevoel kreeg ik. Br, het duurde wel een uur voordat ik dat gevoel van me had afgeschud. Pas in het Teylers Museum knapte ik wat op.
We hebben best nog leuke dingen gedaan in Haarlem, ´s avonds heerlijk Indonesisch gegeten in De lachende Javaan, en bij elkaar een gezellige dag gehad.
´s Nachts ging ik in mijn droom in discussie met de vrouwelijke gids. Want zo gaat dat bij mij. Ik legde haar uit hoe ik er tegenaan keek, wat mijn visie was op wat ze verteld had. Er voegde zich een man bij haar die al snel het woord overnam. Hij begreep maar niet wat ik bedoelde met dat Jezus in ons zit, en niet buiten ons. Hij bleef er op hameren dat we moesten bidden tot God en dat alleen Hij ons kon bevrijden. Op een gegeven moment zei ik: maar God heeft ons verlaten. Zijn gezicht betrok, hij werd zichtbaar boos en beende weg, de kamer uit. Ik hoorde hem nog net onderdrukt mompelen: rook. De vrouw volgde hem. Ik begreep niet wat hij bedoelde met het woord rook, maar zag dat iemand op de achtergrond een sigaret rookte. Dat zal het zijn, dacht ik vlak voordat ik wakker werd.
Het was een aparte dag (en nacht).
Een dagje Haarlem
Plaats reactie