In de popmuziek heb je covers, waarbij duidelijk is dat de originele popsong door een andere artiest ten uitvoer wordt gebracht (die er dan ook voor moet betalen), en situaties waarin sprake is van plagiaat. De muziek is zo goed als gekopieerd, zonder dat dit naar de originele artiest toe erkend wordt. Dit laatste is strafbaar. Er zijn in de popgeschiedenis al vele rechtszaken hier over gevoerd, met vaak wisselende uitkomsten.
Een bekend voorbeeld van plagiaat is het beroemde nummer van de Amerikaanse band The Eagles: Hotel California. Begin jaren zeventig van de vorige eeuw toerde de groep samen met de Schotse folkrock band Jethro Tull door Engeland. Een paar jaar eerder (in 1969) had Jethro Tull het nummer We used to know opgenomen, op hun lp Stand up. Tijdens de toer speelden ze dit nummer tijdens elk optreden. Zo’n vijf jaar later schreef Don Felder de muziek van Hotel California, met precies dezelfde akkoorden als in We used to know. Don Henley en Glenn Frey zorgden voor de (geweldige) tekst.
Luister naar de overeenkomsten, er is geen twijfel mogelijk: hier.
Overigens heeft Ian Anderson, de frontman van Jethro Tull, er nooit een probleem van gemaakt. Hij zag ook wel in dat Hotel California een tijdloos mooi nummer is, terwijl zijn eigen We used to know nauwelijks boven de middelmaat uitsteekt. Hij vond het een mooi eerbetoon aan zijn eigen song. Sportief van hem.
Even duidelijk is de herkomst van ook al zo’n klassiek popnummer: Child in time van de Britse hardrockband Deep Purple. Het betreft hier het nummer Bombay calling van de Britse folkgroep It’s a beautiful day. Luister naar de overeenkomsten: hier.
Minder bekend is de Amerikaanse popgroep Eels, genoemd naar de zanger/liedjesschrijver Mark Everett, ook wel mister E genoemd. Mark Everett is de zoon van de beroemde natuurkundige Hugh Everett, de bedenker van de veel-werelden-theorie. De grootste hits van Eels dateren van 1996 en later. Hun bekendste hit is ongetwijfeld Novocaine for the Soul. Ik hield tot voor kort erg van hun muziek: apart, soms melig, altijd weer verrassend. Er is één nummer dat meteen herinneringen opriep, Mr. E’s beautiful Blues: hier.
Hetzelfde intro heeft een nummer uit 1965, The game of love van Wayne Fontana & The Mindbenders: luister hier.
Geen plagiaat, wel een opmerkelijke overeenkomst.
Een ander triest voorbeeld is het nummer Bitter sweet symphony van The Verve. Zij gebruikten een sample van de orkestrale uitvoering van The last time met goedkeuring van de platenmaatschappij. Maar toen het nummer een grote hit werd, klaagde Allen Klein hen aan vanwege het schenden van de rechten. Hij beheerde een aantal licenties van de Rolling Stones. The Verve heeft toen voor 100% de rechten afgestaan aan zijn maatschappij om een lang en duur proces te vermijden. In 2019 kreeg de groep de rechten weer terug.
Altijd leuk voor een pittige discussie, mits voldoende bier voor handen....