zoals de aarde ooit uit de rondtollende zon
werd weggeslingerd, te weinig hemels
om zich aan vuur en vlam vast te klampen
zo draai ik rondjes in de buitencirkels
van mijn leven, gevangen in beperkingen
pets, klets, alsof niet elke gedachte
door het dikste pantser kan breken
ongrijpbaar voor de cipiers van onderdrukking
zolang ze niet gevangen is in verbeten geschriften
of lijnen langs een verschuivende horizon
de sluiers die mij de mond snoeren
het gedrag op pootjes in winkelstraten
de gierende angsten; er is een fluistering
een intiem en heilig vuur, de rust
van een gloeiende kern
een zelfbeschikkende vrijheid
altijd op de loer.
Vrijheid op de loer
Plaats reactie