Hoofdbanner

In de vroege morgen
lig je er zó weerloos bij;
ik geef je een naam
ik noem je: liefde. 

Je groeit opeens onthutsend snel
in blauwe ogen
een lach die zachtjes plonst
in een groot en rimpelloos hart.

Voorzichtig leg ik je
in de zon te drogen;
de eerste steen smelt zó
onder je huid vandaan.

Net voordat je valt
naar een ver en droomloos leven
til ik je op, en beloof
voor jou te zullen zorgen.