In de vroege morgen
lig je er zó weerloos bij;
ik geef je een naam
ik noem je: liefde.
Je groeit opeens onthutsend snel
in blauwe ogen
een lach die zachtjes plonst
in een groot en rimpelloos hart.
Voorzichtig leg ik je
in de zon te drogen;
de eerste steen smelt zó
onder je huid vandaan.
Net voordat je valt
naar een ver en droomloos leven
til ik je op, en beloof
voor jou te zullen zorgen.
De Teerling II
Plaats reactie