Hoofdbanner

Toen ik een jaar of acht was, vertelde mijn buurvrouw een keer het verhaal van het winterkoninkje, waarom die de koning van de vogels werd genoemd. Er werd een wedstrijd onder de vogels gehouden. Wie de grootste hoogte tijdens het vliegen kon bereiken zou de titel koning krijgen. Het winterkoninkje wist dat hij geen enkele kans zou maken ten opzichte van grote vogels als de adelaar en de arend. Hij was echter slim, ging op de rug van de grootste vogel zitten, wachtte tot die zo moe was dat die de vlucht naar beneden nam en zette toen aan om nog hoger te gaan. Zo bereikte het winterkoninkje de grootste hoogte en werd hij tot koning van de vogels uitgeroepen.
Dat verhaal maakte destijds indruk op mij. Wie niet sterk is, moet slim zijn. Later ontdekte ik dat dit een sprookje van Grimm is. Daar gaat het verhaal verder wanneer de andere vogels hem van bedrog betichten. Maar uiteindelijk overwint het winterkoninkje ook de andere beproevingen en mag hij de titel koning behouden.

Van plaatjes wist ik hoe het winterkoninkje er uit moest zien. In de praktijk zag ik hem pas toen ik in het oosten van het land woonde, scharrelend in onze tuin, op zoek naar insecten. Of soms in het bos wanneer wij daar een wandeling maakten. Wat een leuk nieuwsgierig klein vogeltje, zo herkenbaar met zijn karakteristiek opstaand staartje. Een beetje schuw, niet zo brutaal als het roodborstje.  

winterkoninkje
                           Winterkoninkje

Hij is bijzonder klein, een stuk kleiner dan de huismus. In tegenstelling tot zijn naam verdraagt hij moeilijk strenge winters. Toch is het winterkoninkje een standvogel, dat wil zeggen, hij vertrekt ’s winters niet naar warmere oorden. Wel komen er hier in Nederland winterkoninkjes uit het nog veel koudere Scandinavië overwinteren. Het geschatte aantal winterkoninkjes in Nederland bedraagt meer dan een miljoen. Behoorlijk veel dus.
Ja, wat een lief en vertederend vogeltje is het. Wil je ze in je eigen tuin zien, strooi dan wat voer onder de struiken. Ze zijn te schuw om zich op een open plek te vertonen. Een in het oog vallend voederbakje of netje zullen ze niet snel bezoeken. Zie ze over de grond hippen. Om blij van te worden.