Hoofdbanner

Een jaar nadat ik de tip van een 6V-leerling had gekregen dit boek te lezen is het dan eindelijk zover gekomen. Bij de bibliotheek was er nog een exemplaar niet uitgeleend, en mijn overige lijst was nog-te-lezen-boeken was inmiddels afgewerkt.

Het is een eigenaardig boek. De verteller is namelijk de dood. Deze dood is soms cynisch, soms grappig, dan weer beeldend en vol fraaie metaforen, en soms op een tamelijk abrupte manier ingrijpend in het te vertellen verhaal. Origineel is het wel, zo’n verteller. Ook origineel zijn de verschillende soorten aanhef. Of de tekeningen met bijbehorende handgeschreven teksten. Heel apart.
Het verhaal handelt in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog over het jonge meisje Liesel dat al vroeg haar broertje (die dood gaat) en het contact met haar moeder (die haar vanwege doodsgevaar afstaat) moet verliezen. Liesel komt in een pleeggezin terecht, in een dorpje niet ver van Dachau, het latere concentratiekamp, met een harde, nietsontziende pleegmoeder Rosa en een zeer warme, sympathieke pleegvader Hans Hubermann die behalve dat hij huisschilder is ook niet onverdienstelijk accordeon speelt. De verstikkende sfeer van het nationaalsocialisme, en vooral de aanwezigheid van het gedachtengoed van de Führer, is sterk voelbaar, ook in het dorpje Molching waar Liesel nu opgroeit. De Joden worden als het afval van de samenleving beschouwd, in elke bladzijde is dat voelbaar. Zoals toen de pleegvader Hans Hubermann vanuit een opwelling een stuk brood naar een passerende Jood (in een stoet op weg naar Dachau) toewierp. Een stommiteit, zoals hij zelf ook zei, waarvoor hij zwaar zou boeten. Verder zijn er de bombardementen die in de loop van de oorlog, en zeker in het jaar 1943, steeds vaker plaatsvinden en voor veel angst en onrust zorgen.
 
Maar zoals gezegd, het boek draait om de belevenissen van Liesel. Ze verzamelt al vanaf de dood van haar broertje boeken, pakt ze weg, steelt ze soms, vandaar haar bijnaam de boekendief. Ze ontdekt de kracht van woorden, zet die ook in wanneer de dorpelingen tijdens bombardementen in een gemeenschappelijke schuilkelder vertoeven, door voor te lezen uit een van haar gestolen boeken. Iedereen luistert dan met ingehouden adem naar haar, enerzijds ter afleiding van alle angsten, anderzijds om het vertelde verhaal aan te horen. Die kracht van woorden wordt ook duidelijk geschetst aan de hand van de Führer die met zijn krachtige toespraken een geheel volk op drift weet te krijgen, vol haat naar de Joden die volgens hem de schuld van alles zijn en om die reden uitgeroeid moeten worden. Een lastige bijkomstigheid is dat Hans Hubermann in het verleden een belofte heeft gedaan, waardoor hij een Joodse onderduiker moet herbergen. Max is zijn naam. Tussen Max en Liesel ontstaat een warme vriendschap. Ook hun contact is er een middels woorden en tekeningen.
Treffend en meelevend zijn de beschrijvingen van wat Liesel allemaal meemaakt, haar vriendschap met haar leeftijdgenoot Rudy, met de onderduiker Max, de opkomst van de Hitlerjugend, het sadisme van de nazi’s, de goedheid van haar pleegvader Hans, het uiteindelijk toch wel grote hart van haar grofgebekte pleegmoeder Rosa, de verschrikkingen die de oorlog met zich meebrengt, maar bovenal hoe boven al deze ellende uit vriendschap een essentieel onderdeel van het leven is. Die vriendschap doet haar overleven, samen met de boeken die ze steelt.

Het is ondanks de diepe ellende die een oorlog tekent een warm en bemoedigend boek. Wel moest ikzelf erg wennen aan de talloze ingrepen die de verteller, de dood dus, in het verhaal aanbrengt. Vaak verklapt hij van tevoren wanneer iemand verderop in het boek zal overlijden, tientallen, soms honderden bladzijden voor het zover is. Dat haalde mij af en toe uit het vloeiende van het verhaal. Alsof ik een uitstapje maakte en het boek opeens als buitenstaander moest zien te lezen. Terwijl ik er juist in wilde duiken, in de beleving, in de spanning die het boek zo krachtig maakt. Behoudens dan de laatste 50 bladzijden, die zijn zo sterk, zo indringend achter elkaar beschreven, met vloeiende pen. Ja, zo wil ik het lezen. Prachtig, wat een waardig einde van een origineel en vooral erg eigenzinnig boek.