Hoofdbanner

Kunst

Wat we willen:
Momenten
Van helderheid
Of beter nog: van grote
Klaarheid

Schaars zijn die momenten
En ook nog goed verborgen

Zoeken heeft dus
Nauwelijks zin, maar
Vinden wel

De kunst is zo te leven
Dat het je overkomt

Die klaarheid, af en toe

Martin Bril (1959-2009)


Martin Bril was een bekende columnist die veelvuldig stukjes schreef voor kranten als De Volkskrant. Hij was een veelschrijver. Hij fabriceerde zo'n tien columns per week. Minder bekend is dat hij ook gedichten schreef. Vaak korte en treffende gedichten, zoals het gedicht Kunst.

De titel Kunst is natuurlijk hoog gegrepen. Begin er maar eens aan, iets als kunst omschrijven. De kans om uit te glijden is groot. Je vervalt al gauw in pathetiek. Daarom is de beginzin ijzersterk:

Wat we willen:

De dichter doet een stap terug. In plaats van kunst te omschrijven, wat het inhoudt en welke betekenis het heeft, begint hij bij de dichter zelf, bij zijn beweegredenen. We willen iets, met andere woorden, we doen een poging. Wij (als kunstenaars) proberen. Het begin is dus voorzichtig. Wat willen we dan?

Momenten
Van helderheid
Of beter nog: van grote
Klaarheid
 
Slechts af en toe willen we dat ze er zijn, momenten van helderheid. Daarmee stellen we ons al tevreden. Maar die helderheid is niet genoeg. Het moet beter, het moet meer zijn. We willen grote klaarheid. Alle ruis die ons de blik vertroebelt moet weg. We willen zuiverheid, tot in de hoogste graad. En niets minder.

Schaars zijn die momenten
En ook nog goed verborgen

Inderdaad, was het maar zo simpel. Zoals de cabaretier Herman Finkers eens zei: "De leukste grappen zijn de grappen die niet zijn bedacht. Maar bedenk die maar eens." Alsof die momenten een eigen leven leiden, ver weg uit ons dagelijks bestaan. Alsof ze zich verschuilen.

Zoeken heeft dus
Nauwelijks zin, maar
Vinden wel

Een mooie woordspeling op het Bijbelse Zoekt en gij zult vinden. Door juist niet op zoek te gaan stel je je open voor wat op jou af wil komen. Zoeken verkrampt je, want je hebt een doel. Het versmalt je blik. Ontvankelijk zijn, openstaan voor wat op jou toe wil komen, dat zal je grondhouding moeten zijn. Dan pas zul je 'vinden'.

De kunst is zo te leven
Dat het je overkomt

Het begrip 'kunst' wordt hier uitgerekt tot een manier van leven. Het moet je overkomen. De inspiratie, de intuïtie die jou tot de kunst brengt. Die van jou een kunstenaar maakt. En wat overkomt je dan?

Die klaarheid, af en toe

Wat een afsluiting, vooral met die toevoeging af en toe. De klaarheid uit de eerste strofe komt hier als een klap op de vuurpijl terug. Waarmee we weer bij het begin zijn. En opnieuw ons die ontvankelijke levenshouding eigen proberen te maken. En opnieuw de gang door het gedicht heen maken. Alsof kunst een altijd scheppend proces is, waar geen einde aan komt. Steeds opnieuw moeten we ons open blijven stellen, met een niet vertroebelde blik, voor alles wat aan schoonheid binnen wil stromen. Dat is kunst.
Zo omschrijft dit gedicht niet de kunst zelf, maar de voorwaarden om tot kunst te komen. Daarbij wordt het gelaten. Met alle ruimte van dien.
Bij elkaar, wat een eenvoudige taal staat hier, met wat een zeggingskracht. Treffender dan dit kan haast niet gedicht worden.

  • 0 # Roel 20-juli-2020 @22:18
    Grappig dat hij begint met het willen. Dat doet me denken aan Schopenhauer, die kunst ziet als een quietief voor de wil. Dan kan klaar-heid ook zoveel betekenen als even verlost zijn van je motieven.
    Antwoorden | Antwoorden met citaat | Citeer
    0 # Fred 21-juli-2020 @10:23
    Interessant, je opmerking. Alleen, voor Schopenhauer was 'de wil' veel essentiëler dan voor ons tegenwoordig, gewend als wij zijn datgene wat wij niet direct kunnen waarnemen wetenschappelijk weg te rationaliseren. Het willen in dit gedicht is meer een soort van wensen. Oppervlakkiger dus dan bij Schopenhauer. Deze zag de kunst inderdaad als een rustmoment, een soort van inademen, een even niet hoeven. Deze diepte heeft het gedicht niet. Zelf denk ik meer aan de levenshouding van Meister Eckhart, met zijn nadruk op het jezelf innerlijk leegmaken. In die zin dat je vrij bent van alle gedachten, van alle oordelen, van alle ideeën. Je laat je oude zelf achter, waarop het volstrekt nieuwe kan binnenstromen. Wat dan binnenstroomt is zuiver, niet van eerdere aardse ervaringen doortrokken. In het nu, los van verleden en toekomst. (Tegenwoordig heb je zijn epigoon, Eckhart Tolle, nogal populair onder new-agers. Zeer leesbaar, maar naar mijn idee mist hij de finesses en diepgang van Meister Eckhart zelf.)
    Antwoorden | Antwoorden met citaat | Citeer
    0 # Roel 21-juli-2020 @16:25
    Schopenhauer heeft het over het doorzien van het principium individuationis, ofwel de illusie dat wij een individu (subject) zijn door de manier waarop de wereld zich aan ons presenteert als voorstelling (van objecten). Deze voorstelling is het product van ons intellect, dat in functie staat van de wil. De kunst is in staat om het intellect tijdelijk te bevrijden, zodat het niet meer de slaaf is van de wil (door de wil te stillen). De subject-object relatie/principium individuationis, verdwijnen dan voor even. We zijn verworden tot een 'zuiver subject van het kennen': pure voorstelling, zonder wil. De dingen tonen zich aan ons als platonische ideeën - die in deze bijzondere vorm van kennen, buiten het principium individuationis - tijd en ruimteloos zijn geworden.

    Ik ben helaas (nog) niet bekend met het werk van Meister Eckhart, maar zijn levenshouding zoals jij hem omschrijft vertoont volgens mij veel raakvlakken met die van Schopenhauer (die hem volgens mij ook citeert in zijn hoofdwerk), misschien niet wat betreft vrij zijn van gedachten, maar wel als het gaat om vrij zijn van oordelen, concepten en het chronos. Schopenhauer is uiteindelijk wel vrij radicaal in zijn oordeel: de enige weg tot verlossing is de ascese.
    Bedankt voor de tip over Meister Eckhart, ik ben nu wel nieuwsgierig geworden naar zijn werk.
    Antwoorden | Antwoorden met citaat | Citeer