de dag valt trillend op de vloer
de ochtend zucht
je hand rust op de bedrand
van een onbegonnen nooit
buiten buigen bomen
onder de last van zware wind
ze knikken een oud verhaal
dat stil verteld wil worden
een merel landt in het gras
trippelt onhandig
als een pasgeboren kind
dat zijn naam nog niet kent
de middag vouwt zich dubbel
de lucht drukt tegen je huid
een stem beweegt
wat ben je vergeten?
iets kleins, de aanraking
van een zijdeachtige draad
ontsnapt uit lage wolken
je dacht aan iets groters
een blik in de verte
een landschap als herinnering
precies groot genoeg
om even vast te houden
het huis licht voorzichtig op
de avond haast zich inhalig
in de armen van de nacht
wat je dacht te kennen
lost op tot geen woord
maar je kijkt
en dat is genoeg
Dagboog
Plaats reactie