mijn raadselvriend, je vraagt mij wat ik ben
aan de rand van de afgrond, waar vermoedens
van geheimen liggen opgestapeld
een ideeënoceaan waarin elke gedachte
met tralies omheind weer naar boven helt
ik heb hoogtevrees, houd me met moeite hier
ben ik een strijder die de waarheid opblaast?
(tijdens de aanslag slaat de trom als een hart)
ik leef tot in de verste uithoeken van de aarde
maar blijf weg van het trekgat vol luchtstromen
ik zie af van het verticale, wil het horizontale veroveren
wat rest is een stem, een zang die klinkt
voor wie achter bergen horen kan
of ik in mijn lichaam zit?
gewapend tegen het sirenengezang uit de diepte?
binnen de muren van mijn vesting
zonder ophaalbrug
ben ik niet meer dan een kom vol fluisteringen
een zucht herinnering.
Sirenengezang uit de diepte
Plaats reactie