Iedereen heeft wel een guilty pleasure op muziekgebied: een wat ordinair popnummer dat niet past binnen jouw muzieksmaak en waarvoor je je eigenlijk een beetje schaamt.
Ikzelf, in de jaren zestig opgegroeid met radio Veronica, luisterde graag naar Lex Harding, elke doordeweekse dag van 2 tot 4 ’s middags en Tineke de Nooij, veelal in de avonduren, waar zij steevast afsloot met eerst Expecting to fly van Buffalo Springfield en later met If there is something van Roxy Music. En op maandagavond steevast tussen 7 en 8 uur Adje Bouman's top tien.
Mijn favoriete muziek begin jaren zeventig was die van de zogenaamde underground, zoals dat toen heette. The Nice van toetsenist Keith Emerson, de vroege Pink Floyd met Syd Barrett, King Crimson met frontman Robert Fripp, de vroege Roxy Music en Yes.
Later kwam er de New Wave en Punk in 1977 met Jonathan Richman, Blondie, The Stranglers, The Clash en andere vernieuwende groepen. En begin jaren negentig de Grunge (o.a. Nirvana) en later de housemuziek (die heerlijk was om op te ‘dansen’, ook voor mij, bijvoorbeeld op No Good van The Prodigy of Knockin van Double Vision).
En ja, tussendoor ging ik helemaal voor de bijl voor Donna Summer, de Queen of Disco. Ik weet het, het is bar. Aanvankelijk vond ik haar grappig met haar beginnummers The Hostage (met een ludiek optreden in de Sjef van Oekel show) en Lady of the Night. Verder niet. Maar toen kwam in 1976 Could it be magic uit, een sensueel nummer dat bij mij insloeg als een bom. Wat een emotie, geweldig. Zo puur, zo vanuit een diep doorleefde hartstocht gezongen. Ten minste, zo ervoer ik dat. En dat is zo gebleven, de vervoering wanneer ik het nummer hoor. Het is mijn persoonlijke guilty pleasure. Anderen vinden dit een fout nummer, met al dat gehijg, ik weet het. Maar ik kan er niets aan doen, ik blijf voor de bijl gaan. Die zwoele stem. Silly me. Met dank natuurlijk aan Frédéric Chopin en Barry Manilow. Hoe mooi dit nummer kan klinken door anderen gezongen, luister naar de liveversie van Take That, hier.
Een jaar later kwam I feel love uit. Dit werd wereldwijd een nog veel grotere hit, met het vernieuwende synthesizerwerk van Giorgio Moroder. Ik weet nog dat ik destijds (in 1977 dus) op een feest was in studentensociëteit H’88 (staat voor Herengracht 88) en dit nummer keihard uit de boxen schalde. De bas ging dwars door me heen, wat een beleving. Alsof mijn hele lichaam meetrilde.
Later had ze vooral in de VS nog grote hits met MacArthur Park (cover van Richard Harris), The State of Independence en nog een tiental andere nummers. Ze was toen een grote dame. Maar in die tijd volgde ik haar al niet meer.
Live was ze uitermate natural, helder zingend en vast van toon. Het gemak waarmee ze dat doet, ongelooflijk. Luister hier als toegift.
Guilty pleasure
Plaats reactie