Hoofdbanner

We kennen al een omvangrijke biografie van Friedrich Nietzsche (1844-1900) van Curt Janz, een dikke pil van meer dan 500 bladzijden. Onmisbaar voor wie meer over het leven van de invloedrijkste filosoof uit de 19e eeuw wil weten. Uiterst gedetailleerd wordt daar in chronologische volgorde verslag gedaan van Nietzsche’s persoonlijke leven, van geboorte tot dood.
Rüdiger Safranski, bekend van zijn biografie over Goethe en Heidegger, heeft een heel andere invalshoek gekozen. Hij heeft zich gebogen over het filosofische denken van Nietzsche, ook wel chronologisch, maar met uitstapjes naar verleden en toekomst. Dat is nogal een uitdaging. Ga er maar aan staan, de gedachten en ideeën van Nietzsche te volgen, proberen te doorgronden, een samenvatting ervan te geven, daarbij puttend uit zowel brieven als boeken zelf. Nietzsche die werkelijkheid alle kanten opging in zijn denken, zichzelf vaak tegensprak, wat voor hem geen tegenspraak was maar het innemen van een andere positie. Om daar overzicht over te houden, de ontwikkelingen in een juist verband te plaatsen, het lijkt een tour de force die nauwelijks te volbrengen is. Het is Safranski met vlag en wimpel gelukt. Hij heeft een briljant boek afgeleverd, ik kan niet anders zeggen. Ik ben diep onder de indruk van de samenhang en inzichten die hij in het denken weet te brengen van de filosoof die mijzelf al vanaf mijn studententijd intrigeert, verwondert, inspireert, nog altijd af en toe omver blaast.

De vroege Nietzsche zag de ware wereld in de muziek vertegenwoordigt. Muziek is het immense. Hoor je muziek, dan hoor je het zijn. Zelf speelde hij verdienstelijk piano, urenlang kon hij al improviserend achter de vleugel doorbrengen. Het bracht hem in vervoering. Hij zag in de muziek van Richard Wagner de vertegenwoordiging van de herleving van de pure Duitse cultuur. Het werd een innige vriendschap tussen deze twee, verbonden door hun passie voor de filosoof Schopenhauer wiens belangrijkste thema was: de wil van de mens. Maar waar Schopenhauer, sterk beïnvloed door oosterse filosofieën, de wil als iets passiefs zag, beschouwde Nietzsche haar als actief. Hij zag zichzelf als de grote ja-zegger van het leven, uitmondend in de wil tot kennis en de wil tot leven als belangrijkste drijfveren. Dat was al vroeg zijn insteek en dat zou het tot zijn ineenstorting begin 1889 blijven.
Nietzsche was een briljante student en al op zijn 24e professor in de filologie, maar in zijn eerste boek De geboorte van de tragedie sloeg hij de weg van de filosofie in. Nietzsche zette hier de dionysische wijsheid tegenover het apollinische in de wereld, dat wat hem betreft ten onrechte de overhand had in zijn tijd. Dionysische wijsheid kenmerkt zich door vervoering, opgaan in het moment, alles wat dichtbij is, trouw aan de aarde, kunstenaarschap, het continue scheppen van de wereld. Het apollinische staat voor ordening, wetenschap, afstand, het vangen van de werkelijkheid in regels en wetten. Wagner was laaiend enthousiast toen hij het las, maar door zijn vakgenoten werd het boek slecht ontvangen. Het kostte hem vele vriendschappen.
Maar Nietzsche raakt ontgoocheld in Wagner als hij bij de opening van het Festspielhaus in Bayreuth in 1876, tijdens de opvoeringen van Der Ring des Nibelungen, weinig bevlogenheid ervaart, zowel bij publiek als bij de uitvoering. Het zorgt voor een breuk met Wagner, die hij vooral als een misleider en bedrieger ziet, slechts uit op succes voor zichzelf.
Een probleem voor Nietzsche is zijn lichamelijke gezondheid. Hij wordt geteisterd door hevige migraineaanvallen, zijn ogen zijn slecht, hij wordt regelmatig geplaagd door pijnen waardoor hij nauwelijks in staat is zijn bed uit te komen. Desondanks scherpt deze lichamelijke pijn zijn denken, zoals hijzelf aangeeft. Het maakt hem strijdbaar.
Nietzsche richt zich vol overgave op de nieuwe stromingen in de wetenschap. Hij omarmt voor een kort moment Democritus die al het leven reduceerde tot een bestaan uit atomen en moleculen. Evenzo liet hij zich, ook weer tijdelijk, de evolutieleer van Darwin aanleunen. Hij zag in dat dit soort ‘koele denken’ nodig is om de hartstocht van de dionysische wijsheid te beteugelen. Hij noemde dit bij elkaar brengen van deze twee tegengesteld aan elkaar zijnde stromingen, zoals geformuleerd in Menselijk, al te menselijk, het twee sporen denken.  
Maar hij duikt opnieuw de diepte van de dionysische wijsheid in. Hij ontdekt de eeuwige wederkeer, het gegeven dat alles terugkeert in zijn oorspronkelijke gedaante, hij introduceert de overmens (ook wel Übermensch genoemd), de mens die zichzelf overwonnen heeft en het ‘zijn’ zelf vertegenwoordigt. Nu God dood is verklaard is het nodig dat de mens, wil hij niet tot nihilisme vervallen, de God in zichzelf zoekt en vindt. Hij komt steeds meer tot de overtuiging dat de wil tot leven de grondslag van de mens is. Hij denkt na om een groots werk te schrijven, getiteld De wil tot macht dat de overmens beschrijft als uitvoerende van het overstijgen van zichzelf, vanuit een ja-zeggen tegen de wereld.  Dit levenswerk zal er niet komen, wel verschijnen gedeeltes hiervan in boeken als De vrolijke wetenschap en Voorbij goed en kwaad. Kenmerk van deze (wat mij betreft hoogtepunten uit het oeuvre van Nietzsche) boeken is dat ze geen sluitend wereldbeeld beschrijven, vol ordening en overzicht, maar sprankelende oprispingen van gedachten, weergegeven in zogenaamde aforismen. Weinig apollinisch, prachtig dionysisch.
De Zarathoestra verschijnt op het toneel, voor Nietzsche de verpersoonlijking van deze overmens. Hoogdravend is het wel, Aldus sprak Zarathoestra, vol pathos en metaforen die af en toe clichématig en geforceerd aandoen. Dat kenmerkt Nietzsche over de hele linie. Fijnzinnige en zeer diep doordachte inzichten combineren zich met grootsprakerigheid en een af en toe uit de bocht vliegen. Er komen ook boosaardige trekjes naar boven. Zoals hij afrekent met zijn voormalige grote vriend Wagner, dat gaat echt te ver, vinden ook zijn vrienden. Ook zijn ideeën over democratie, het voorrecht dat de elite behoort te hebben tegenover het volkse gepeupel, het belang van oorlog om de zuivere cultuur te kunnen  redden, tja. Het zijn ook deze ideeën die door de nazi’s zijn overgenomen, gesteund door de valse antisemitische opmerkingen die zijn zus Elisabeth na zijn ineenstorting in zijn teksten heeft aangebracht.
Maar, zoals gezegd, waar Nietzsche het ene beweerde, kon hij enkele bladzijden verder dit finaal onderuit halen. Hij was een strijder, deze filosoof met de hamer, maar hij vocht vooral tegen zichzelf. Alles wat hij bedacht, viel hij tegelijkertijd weer aan. Elke gedachte is een gevangene, beweerde hij, leidt je af van de werkelijkheid. Het denken moet ingezet worden om elke gedachte te ontkrachten, om zodoende tot waarachtigheid te kunnen komen. Wat je dan overhoudt? Het leven zelf.
Zo kun je met Nietzsche alle kanten op, lijkt er voor de buitenstaander geen touw aan vast te knopen, en kun je uit zijn geschriften halen wat jou zelf belieft. Dit maakt hem ongrijpbaar, irrationeel, maar ook spannend en intrigerend. En gevaarlijk. Altijd zoekt Nietzsche de waarachtige diepte, de confrontatie, zichzelf nooit sparend, steeds uit op het omgooien van alle waarden. Het maakt hem tot een eenzame figuur. Het aantal vrienden dat overblijft is op het laatst van zijn leven op één hand te tellen. Zijn boeken worden nauwelijks verkocht (niet meer dan 500 in totaal), zijn uitgevers gaan failliet.
In het laatste jaar van zijn actieve leven schrijft Nietzsche als een bezetene. Een geschrift tegen Wagner, De antichrist (als onderdeel van het bedoelde De wil tot macht), en als laatste Ecce Homo, een nogal overspannen terugblik op zijn tragische leven.
Begin januari 1889 stort hij in. Niet om de hals van een mishandeld paard, zoals de mythe ons vertelt (en door Safranski simpelweg wordt overgenomen), maar gewoon op straat in het centrum van Turijn. Een paar jaar na zijn ineenstorting ontdekt de wereld hem. Kunstenaars, vrijheidsstrijders en psychologen als Sigmund Freud laten zich door hem inspireren. Nog voor zijn lichaam het in het jaar 1900 begeeft is hij beroemd (en berucht) over de hele wereld. Van zijn boeken worden er in korte tijd miljoenen verkocht.