Hoofdbanner

Esoterie versus exoterie

 

We leven in een tijd waarin het exoterische wereldbeeld onze manier van denken bepaald. Dit is: het beeld dat de moderne wetenschap ons aandraagt.

Het Griekse woord exoteros betekent letterlijk: de buitenste.

De wetenschap houdt zich bezig met het onderzoeken van (meestal een gedeelte van) de zichtbare buitenwereld. Die wereld treedt ons tegemoet als materie, specifieker gezegd, in de vorm van (de energie van) atomen en moleculen. Het onderzoek past haar werkmethoden hierop aan: de gevonden resultaten hebben altijd betrekking op materie, op wat empirisch waarneembaar is.

Zolang de wetenschap alleen (het gedrag van) materie onderzoekt en er conclusies aan verbindt op louter materieel niveau is dat natuurlijk uitstekend. Onze gigantische vooruitgang in techniek en materieel comfort hebben we hieraan te danken. De wetenschap draagt ook een bepaalde zuiverheid in zich: vanuit de afspraken die er zijn is iets waar of niet waar. Of iets genuanceerder: er is een beschrijving van het onderwerp die het best past bij de empirische feiten. Daar is binnen het aanwezige paradigma weinig discussie over mogelijk.
Kenmerk van de wetenschap: het is collectief bereikbaar, overdraagbaar, experimenteel te herhalen, direct herkenbaar. Er is de vraag naar het hoe van de dingen.

Exoterie heeft altijd met kwantiteit te maken.

Er zijn twee valkuilen.

  1. De geweldige resultaten van het onderzoek naar het gedrag van materie worden door sommige mensen doorgetrokken naar levensonderdelen die niet direct materieel van aard zijn. Bijvoorbeeld, in de richting van psychologie en neurologie. Zolang het wetenschappelijk onderwerp goed afgebakend is, is er niets aan de hand. De valkuilen zijn de verabsoluteringen, bijvoorbeeld dat bewustzijn niets anders dan hersenactiviteit is.

Men doet in de modernste onderzoeken alsof het louter atomen en moleculen zijn die ons gedrag bepalen. Zoals veel neurologen tegenwoordig beweren: elk gevoel van de mens (bijvoorbeeld verliefdheid) ontstaat door een chemische reactie (van atomen en moleculen) in de hersenen. Het gevoel op zich staat niet los van de materie. Wat wij gevoel noemen, zijn gewoon de uitwerkingen van de reacties van wat stofjes. Meer niet.

  1. Door alleen maar met materie om te gaan, door alleen maar atomen en moleculen te onderzoeken en te meten, denkt de wetenschapper al gauw dat er buiten de materie niets bestaat waar je iets zinnigs over kunt zeggen. Men zit zozeer opgesloten in het eigen onderzoeksgebied dat men niet over de eigen grenzen heen kan kijken. Alleen de wetenschap en haar methoden kunnen de wereld en de mens adequaat beschrijven.

Op zich is dit niet erg, maar problematischer wordt het wanneer deze wetenschappers iedereen die hier anders over denkt voor charlatans en bedriegers uitmaken, hen zelfs verbiedend hun mening te verkondigen of er beroepsmatig mee te werken (b.v. de homeopaten). Dan wordt hun houding al gauw fundamentalistisch en dictatoriaal. Gevaarlijk ook. Voorbeelden te over in onze tijd.

Tegenover het exoterische wereldbeeld staat het esoterische wereldbeeld. Esoteros betekent letterlijk: de binnenste.
Esoterie werkt in het verborgene. Het is de beleving van binnenuit. Het is geen verzamelbegrip van gegevens, feiten en formules die je kunt leren om vooruit te komen. Inzicht en begrip ontstaan alleen uit de verwerking van de eigen ervaring. Het betekent voortdurend het eigen leven beleven, in het nu, zo intens mogelijk. Dit om te kunnen veranderen, het eigen gedrag, de eigen inzichten. Het betekent jezelf steeds vernieuwen, patronen doorbreken, bestaande ideeën op z'n kop durven zetten, kortom steeds in ontwikkeling zijn.
Het is een strikt persoonlijke aangelegenheid, natuurlijk wel altijd in contact met de wereld en de medemens.

Esoterie is om die reden niet overdraagbaar. Je kunt het niet van anderen leren, alleen vanuit je eigen leven. Het is ook niet direct herkenbaar. De esotericus spreekt niet of heel voorzichtig van zijn inzichten. Degenen die dat nadrukkelijk wel doen en met name en plein publique hun kunsten menen te moeten vertonen, zijn inderdaad vaak de zo genoemde charlatans. Je hoeft maar naar de zogenaamde spirituele programma's op tv te kijken en je herkent ze meteen. Wie publiciteit zoekt, is per definitie geen esotericus.
In de esoterie is er de vraag naar het waarom, naar het doel van de dingen, naar de zingeving.

Esoterie heeft altijd met kwaliteit te maken.

Ook hier zijn er valkuilen.

  1. Het alleen maar willen leven van binnenuit kan er toe leiden dat materie als minderwaardig wordt gezien. Mensen die anders leven, meer in het materiële, worden als minder beschouwd. Men voelt zich boven de massa verheven. Men verwaarloost zijn directe omgeving. Arrogantie en hoogmoed treden op.
     
  2. Men vlucht uit het nu, in verwachtingen van de toekomst bijvoorbeeld, in voorspellingen die gedaan zijn of worden. Astrologie, kaartleggen, contacten met een (zelfverklaard) medium dat boodschappen van "gene zijde" doorgeeft: levensgevaarlijk. Men leeft op wat komen gaat, men wacht af en blijft stil staan of verwordt tot onpraktische dromer. Men ziet niet wat er om zich heen gebeurt. Men ziet niet hoe men zelf is, of hoe anderen hem of haar zien. Men wordt wereldvreemd en zelfs asociaal.

Ogenschijnlijk staan esoterie en exoterie lijnrecht tegenover elkaar. Zo lijkt het voor de meeste mensen. Voor veel wetenschappers is esoterie een bedreiging, omdat ze niet in de wetenschappelijke visie in te passen valt. Esoterie is niet meetbaar, want niet materieel. Het is ook niet te bewijzen. En alleen wat te bewijzen valt, is "waar". Dus esoterie is onzin, zeggen deze wetenschappers.

Vandaar dat het door sommigen zo fel wordt bestreden (hoewel dit als gunstig effect heeft dat veel charlatans inderdaad ontmaskerd worden).

Voor de esoterie is de wetenschap echter een weliswaar beperkt, maar noodzakelijk onderdeel van de wereld. De esoterie omvat alles, ook de exoterie. Er is geen sprake van bedreiging, want de exoterie is een deel van de wereld, van de mensheidsontwikkeling.

Je kunt de twee als een ritmische beweging beschouwen, esoterie en exoterie. De één beweegt van buiten naar binnen (exoterie), de ander van binnen naar buiten (esoterie). Ergens komen ze elkaar tegen, vullen ze elkaar aan. Daar waar ze elkaar tegenkomen, kan maximale versterking plaatsvinden. Je kunt zelfs zeggen, bewustwording van de ene schept extra mogelijkheden voor de ander. Mits één van de twee niet al te veel in de verdrukking raakt.

Een voorbeeld hiervan is de bevlogen wetenschapper, die op intuïtieve gronden tot nieuwe ontdekkingen komt. Of de esotericus die stelselmatig de eigen innerlijke bevindingen toetst aan wat vanuit de buitenwereld tot hem komt en daardoor uiterst voorzichtig in zijn uitspraken is.

Voor beide stromingen is het een oefening in bescheidenheid.

In onze moderne tijd is er een duidelijke verschuiving richting de exoterie. Die is begonnen met Descartes in de filosofie en Newton in de natuurkunde. Die verschuiving zal nog wel even voortduren, sterker worden zelfs. Maar op een gegeven moment zal het natuurlijke evenwicht zich weer herstellen.

Met name de beleving van kunst zal hieraan bijdragen. Die gebeurt immers van binnenuit. Zeker nu religie zo op de achtergrond is geraakt, zal het kunstzinnige element de zoekende mens weer in balans kunnen brengen.