Het verhaal Die Verwandlung (in het Nederlands vertaald als De gedaanteverwisseling) van Franz Kafka (1883-1924) is een van de meest bekende en beroemde verhalen uit de wereldliteratuur. Het handelt over de kantoorklerk Gregor Samsa die op een ochtend wakker wordt en tot zijn verbijstering constateert dat hij in een kever is veranderd. Hij probeert uit bed te komen, hij moet naar zijn werk, verantwoordelijk als hij zich voelt voor het gezin (vader, moeder en zus) dat financieel van hem afhankelijk is, maar dat lukt niet vanwege zijn nieuw en onhandig lijf. Hij ervaart de afschuw van zijn ouders, nu hij een monster blijkt te zijn, voelt zich diep schuldig dat hij zijn werk moet verzaken, heeft werkelijk niemand die nog om hem geeft en kwijnt langzaam en in eenzaamheid weg. Tot de dood erop volgt en de overige leden van het gezin wonderwel tot een nieuw leven komen. Alsof ze herboren zijn.
Een zielig verhaal, kenmerkend voor hoe Kafka zijn leven kennelijk ervoer: als nutteloos en zonder erkenning. Tijdens zijn leven kreeg hij dan ook nauwelijks iets gepubliceerd. Na zijn vroegtijdige dood (tbc) was hij echter binnen enkele jaren wereldberoemd.
Zelf ben ik het meest getroffen door zijn romans Het proces en Het slot. Ze kwamen als mokerslagen bij mij binnen. Wat een kracht, wat een diepgang in de psyche van de zoekende hoofdpersoon Josef K. Die evenwel geen uitkomst uit het labyrint van het leven weet te vinden, maar blijft zoeken, tot het bittere einde. Ook de onvoltooide roman Amerika draagt die zoektocht in zich, maar halverwege verliest het jammer genoeg zijn kracht met de invoeging van vreemdsoortige engelen. Kafka zelf worstelde ook met de voltooiing van deze roman, blijkt uit zijn dagboekfragmenten.
Tijdens een lezing die ik voor middelbare scholieren gaf over Kafka en Die Verwandlung viel mij op hoe open en nieuwsgierig de jeugd ruim 100 jaar later nog altijd naar dit verhaal is. Ze herkennen er wellicht iets van zichzelf en onze huidige tijd in. Hoe je zelf ook zoekende bent en kunt verdwalen in de hoeveelheid aan ingewikkelde signalen die vanuit je omgeving op je afgevuurd worden. Maar ook, hoe je blijft doorgaan, ook al leidt het ogenschijnlijk tot niets.
Hoe komt Kafka aan dat beeld van die kever, heb ik me lange tijd afgevraagd. Waarom niet een ander beest, een slang of een vlieg? Of bijvoorbeeld een varken? Ik noem maar eens iets. Ook hier zijn namelijk allerlei beelden op te plakken.
De afgelopen week herlas ik Herinneringen uit het ondergrondse van Fjodor Dostojewski (1821-1881) Voor het eerst vielen mij een paar gelijkenissen op met Die Verwandlung. Allereerst de hoofdpersoon uit de roman van Dostojewski, een ik-persoon die niet bij naam genoemd wordt. Dit is een man van 40 jaar, ook een kantoorklerk, met een bijzonder laag zelfbeeld. Constant laat hij zichzelf door zijn omgeving vernederen. Hij probeert in verzet te komen, neemt zich van alles voor, de ene heldendaad na de andere, maar als puntje bij paaltje komt, komt hier niets van terecht. Het maakt de ervaren vernederingen voor hem alleen maar groter. De man zoekt en verlangt wanhopig naar erkenning, maar faalt telkens weer.
Hij walgt dan ook van zichzelf, van zijn onvermogen iets van belang te kunnen betekenen in de wereld. Op een gegeven moment verzucht hij, in één van zijn vele klaagzangen: ‘Ik kan u triomfantelijk verzekeren, dat ik herhaalde keren een insect wilde worden. Maar zelfs dat gelukte me niet. Ik zweer u mijne heren, dat een al te grote mate van bewustzijn een ziekte, een echte, complete ziekte is.’
En later, als hij zich door zijn zogenaamde vrienden op een pijnlijke wijze laat vernederen, in het bijzonder door de hooggeachte militair Zwerkow, staat de volgende zin, na de opmerking dat een ander hem al vol verachting een zijdelingse blik had toegeworpen: ‘Zwerkow bekeek me, zoals men een kever bekijkt.’ Een moment later noemt een ander de ik-persoon ten overstaan van zijn 'vrienden' zelfs een 'afschuwelijk giftinsect'.
Oei, denk ik dan. Zal Kafka hier zijn inspiratie uit gehaald hebben? Hij moet zo goed als zeker, erudiet als hij was, kennis hebben genomen van de werken van Dostojewski. Bewust of onbewust moet Herinneringen uit het ondergrondse in hem doorgewerkt hebben. In ieder geval zal hij zich in deze hoofdpersoon herkend hebben. Kafka zelf leed zwaar onder een dominante vader, lees maar eens zijn beroemde brief aan zijn vader, waarin hij zijn angst voor hem en voor het leven in het algemeen verwoordde en in het bijzonder het gebrek aan erkenning dat hij van zijn vaders kant ervoer.
Wat me verder opviel in Herinneringen uit het ondergrondse: het lijkt de opmaat te zijn geweest naar de fenomenale roman Schuld en boete (ook wel vertaald als Misdaad en straf) uit 1866 waarin de student Raskolnikov bewust een moord pleegt (op een gehate woekeraarster) om bij zichzelf te onderzoeken of hij hierdoor wel of geen last van zijn geweten krijgt. Het antwoord is van wel (het feit dat hij door de omstandigheden gedwongen ook de halfzus moest vermoorden, maakte het hem natuurlijk een stuk lastiger). De enige die hem echt begrijpt is de prostitué Sonja. Ze vergezelt hem overal, zelfs tot in het strafkamp in Siberië aan toe. Pas heel op het laatst ziet Raskolnikov in, na zijn loutering, wat echte liefde is en sluit hij Sonja in zijn armen*.
In Herinneringen uit het ondergrondse (1864) beleeft de hoofdpersoon een vergelijkbare uitwisseling met de jonge prostitué Liza. Hij stoot haar in eerste instantie af, leest haar de les, raakt in de war, wil haar vervolgens zijn liefde verklaren, verlangt naar haar, maar uiteindelijk loopt het op niets uit. De mislukte hoofdpersoon blijft mislukt. Hier geen loutering, geen uitzicht uit de donkere tunnel waarin de hoofdpersoon zich bevindt. Maar wel het diepe begrip van een prostitué voor de zielenroerselen van een getroebleerde man. Toch opmerkelijk.
* Eerder al schreef ik over de doorwerking van Schuld en boete van Dostojewski in de manier waarop de ineenstorting van Nietzsche zou hebben plaatsgevonden. Zie hier.
De (vermoedelijke) oorsprong van Gregor Samsa
Plaats reactie