Hoofdbanner

Een regenboog ontstaat wanneer we onder een bepaalde hoek met de zon in onze rug naar een regenwolk kijken en het zonlicht weerkaatst zien worden in een verscheidenheid aan kleuren. Iedereen kent wel dat gevoel dat je overkomt bij het zien van een regenboog, dat van bewondering en fascinatie. Iets ergens in ons innerlijk wordt aangeraakt. We voelen misschien voor even de gloed van het mens-zijn in onze kille, veelal door techniek beheerste wereld. We raken vervuld met ontzag, dankbaarheid, troost.
Je kunt kwantitatief analyseren hoe een regenboog ontstaat, op de wetenschappelijke manier van Newton. Dan kom je tot de conclusie dat zonlicht in zichzelf al uit alle kleuren van de regenboog bestaat, en dat die zichtbaar worden doordat ze een verschillende brekingsindex hebben. Zodanig dat rood het minst wordt gebroken, violet het meest en de andere kleuren daar tussenin. Door de breking aan de randen van de waterdruppels en de weerkaatsing van het licht daarbinnen wordt het zonlicht uit elkaar getrokken, weerkaatst en zien we zodoende een regenboog. Een verklaring die op het eerste gezicht afdoende lijkt.  

 regenboog waarnemer 1024x754
                            Het ontstaan van een regenboog

Maar deze manier van kijken naar het fenomeen regenboog kan niet verklaren waarom het zien ervan ons ontroert. Daarvoor moeten we de situatie kwalitatief bekijken. Met andere woorden, wat doet het ons als mens, dit zien van een regenboog? Hoe werken de kleuren in op ons gevoelsleven? De wetenschap houdt zich hier niet mee bezig, die kijkt alleen naar het gedrag van deeltjes en datgene wat gemeten kan worden. Het levende en stromende dat de mens kenmerkt telt niet mee, wordt buiten beschouwing gelaten. Daar is de wetenschap ook eerlijk in. Ze gaat uit van modellen op corpusculaire (= deeltjes) grondslag*, zoals dat heet.
Dit is een technisch succesvolle visie gebleken. Onze huidige wereld is erop gebaseerd. Niets dan lof hiervoor.
Maar het is een eenzijdige visie. Om dit te verduidelijken zal ik als beeld de passend geklede mens beschouwen. De wetenschap kijkt van buitenaf, ziet de kleren en niet wat er onder zit, de mens van vlees en bloed met al zijn wensen, emoties, driften en ingewikkelde overlevingsmechanismen. Die kleren worden nauwgezet onderzocht, hoe ze zijn gemaakt, de maten, de kleuren, de soort stof, de aanwezige atomen en moleculen etc. Daar wordt alles uit verklaard. Hoe de mens daaronder in elkaar steekt weet men niet, men ziet alleen kleren. De Duitse filosoof Immanuel Kant (1724-1804) zegt dat ook duidelijk als hij het in zijn gezaghebbende Kritik der reinen Vernunft heeft over het Ding an Sich (datgene wat zich aan het zichtbare onttrekt). Dat is vanuit haar wezen niet kenbaar. Met andere woorden, we weten ook filosofisch wel van de kleren, maar niet van wat daaronder zit. Waarmee Kant herkenbaar past in het huidige wetenschappelijke (materialistische) denken.

Kijk je kwalitatief naar kleuren, dan wordt je daar als ‘levend mens’ op aangesproken. Het beroert je. Bij de kleur rood ervaar je heel iets anders dan bij blauw. Zo’n 20 jaar geleden hingen er in een zaal van het Kröller-Müller Museum in het Nationaal Park De Hoge Veluwe twee schilderijen in één zaal, op ruime afstand tegenover elkaar. Eén schilderij was volledig rood, de ander volledig blauw. Het was een aparte gewaarwording om die kleuren op je in te laten werken. Bij rood voelde je je bloed als het ware gaan koken, het riep angst op, een gevoel van een borrelend gevaar. Het was dichtbij, al te dichtbij, je wilde ervoor wegrennen. Vandaar dat een stoplicht rood is. Het waarschuwt ons, stop en sta stil, er dreigt gevaar. Daar is over nagedacht.
Bij blauw daarentegen voelde je rust, afstand, helderheid, een diep vertrouwen. Je wilde er naartoe, erin opgaan. Dat is wat wij ervaren wanneer wij op een heldere dag naar de helderblauwe lucht kijken. Een gevoel van schoonheid en zuiverheid waar wij ons mee willen verbinden. We willen er naaartoe.
De andere kleuren van de regenboog (oranje, geel en groen) zitten daar qua gevoelsbeleving tussenin. Ik laat dan even indigo en violet weg, daar ze zich in de regenboog nog verder van het blauw af bevinden. Ook die kleuren kun je op je in laten werken. Heel apart, de gevoelsbeleving die dan ontstaat.

  Kleuren regenboog
      De kleuren van een regenboog (boven rood, onder blauw/violet)

Wanneer wij intensief naar een regenboog kijken, laten wij de krachten die de kleuren in ons oproepen, diep op ons inwerken. We voelen dan het weg willen duwen van het rood, de weer andere emoties die oranje, geel en groen bij ons oproepen, en het willen opgaan in het blauw (en indigo en violet). Er is beweging, in de regenboog zelf, in ons gemoed, in onze manier van waarnemen. Met andere woorden, het stroomt in ons, we voelen ons mens, los van een zuiver cognitieve waarneming van de wereld, zoals de wetenschap dat doet. Elke kleur wekt weer een andere gevoelsbeleving bij ons. Dat gaat van activiteit vanuit angst, een willen wegrennen, vol zijn van vuur en bloed, gevaar, maar ook vol passie en verlangen (rood), naar een gevoel van licht, blijheid en energie (geel), tot een combinatie van deze twee in de kleur oranje, wat enthousiasme en creativiteit oplevert, naar een gevoel van harmonie, vruchtbaarheid en er mogen zijn, je geborgen voelen (groen), tot een ervaren van diepte en wijsheid in de kleur blauw. Ten slotte, het in de natuur niet vaak voorkomende paars: het combineert de activiteit van rood en de verzonkenheid van blauw. Het geeft vertrouwen, gevoel voor mystiek, dat er meer is dan alleen het aardse. Uit onderzoek is gebleken dat maar liefst 75 % van alle kinderen de kleur paars prefereert boven de andere kleuren. Opmerkelijk.
Het kijken naar een regenboog maakt ons op deze manier tot een 'heel mens'. We worden in alle facetten van het leven aangesproken. Er is troost voor verdriet, er is blijdschap bij somberte, er is een gevoel van levenslust bij depressies. Het is het hele scala aan belevingen in ons eigen innerlijk dat in beweging komt. Dat geeft een rijk gevoel. Het vervult ons, maakt ons blij en levend, zelfs tot kunstenaar. Alsof er een pot van goud is om op te rapen. Die we dan nog wel zelf moeten zoeken. Als beeld, laat dat duidelijk zijn.


* Op de middelbare school kregen wij natuurkunde volgens de boeken van Schweers en van Vianen, die als gemeenschappelijke titel droegen: Natuurkunde op corpusculaire grondslag. In latere boeken en andere methodes is deze toevoeging weggelaten. Deze materialistische grondhouding werd in latere jaren als algemeen geaccepteerd geacht.