de vis zwemt niet
ze wordt gezwommen
haar drijven, een stille keuze
onder de scherpe kaken van de tijd
waar denken traag is
maar weten vlug
uit haar kieuw ontsnapt een verhaal
over het leven zonder bodem
met daarboven een dak van golven
dat steeds verschuift
de binnenkant van haar vin
verlangt naar ritme
naar een herhaling
van een droom die zichzelf leert dromen
alles met poten te luid
te hoekig, te zeker;
een lijf kent geen spijt
alleen beweging
de haai die haar achterna zat
noemde haar zuster
met tanden vol eerbied
zij begreep: angst is een dialoog
op een dag vallen schubben weg
wat overblijft is een kaart
zonder schaal, zonder kompas
maar niets ontbreekt
Wat overblijft
Plaats reactie