Hoofdbanner

Het is tegenwoordig, met name vanuit de rechterflanken van de politiek, nogal de mode om af te geven op de wetenschap. Tja, wetenschap is ook maar een mening, hoor je dan. Of, zoals momenteel in de VS gaande is, universiteiten worden als te links marxistisch gezien, of te woke, met als gevolg dat als ze niet veranderen (= de propaganda van Trump opvolgen), ze hun subsidies vanuit de overheid kwijtraken. Zie bijvoorbeeld wat onlangs Harvard (biedt weerstand) en de University of Columbia (is gezwicht) is overkomen.

Nu is er een groot verschil tussen de beoefening van een bètawetenschap als wiskunde of natuurkunde, of wetenschappen die zich bezighouden met het menselijk handelen, gedrag en de maatschappij, de zogenaamde gammawetenschappen. Tot deze laatste behoren onder andere economie, psychologie en bestuurskunde. Een nog groter verschil is er met de alfawetenschappen, die zich richten op de producten van de menselijke geest en cultuur (literatuur, filosofie, geschiedenis etc.).
Niet dat de één minder waard is dan de ander, verre van dat, maar ze moeten wel in een bepaald perspectief geplaatst worden. Laat me dat uitleggen.

Wiskunde op de middelbare school is vaak saai en voorspelbaar, en kwam ook op mij over als een trucje om een basis te bieden aan vakken als natuurkunde en scheikunde. Het is niet meer dan een hulpvak, placht mijn vroegere leraar natuurkunde nogal denigrerend te zeggen. Echter, pas als je een universitaire studie wiskunde volgt, ontdek je de diepere waarden van dit vak. De formules en uitkomsten zijn zo verfijnd, zo van een diepe logica doortrokken, daar kun je alleen maar bewondering voor hebben. Ze zijn puur, staan volledig los van menselijke emoties of interpretaties. Eenmaal ontdekt en toegepast, valt er ook geen speld meer tussen te krijgen. De bevindingen vanuit het vak wiskunde (en in het verlengde ervan, de natuurkunde en de scheikunde) zijn universeel. Ze zijn het aardse ontstegen. Zuiverheid, een verbluffende schoonheid, dat soort termen komen bij mij dan naar boven. Wat een rijkdom om je daar mee bezig te kunnen houden.

Eén van de bevindingen vanuit de wiskunde is het berekenen van een oppervlak van een veld of lichaam. Je pakt een infinitesimaal (= oneindig klein) stukje uit dit oppervlak, drukt dit uit in een passende wiskundige formule, en integreert dit als functie over het hele oppervlak. Onder andere bij de toepassing van de wet van Gauss bij elektromagnetisme ontkom je niet aan deze manier van werken. No Gauss, no glory.
Dit is een belangrijk gegeven. In de bètawetenschappen werkt deze manier van oplossen uitstekend en succesvol. Onze hedendaagse techniek, van computer tot smartphones aan toe, is mede hierdoor tot ontwikkeling gekomen.
Echter, de gammawetenschappen en in mindere de alfawetenschappen, hebben deze manier van werken en oplossen geprobeerd te kopiëren. De successen van de bètawetenschappen dienden hen kennelijk als voorbeeld. Vanuit hun (vaak heel klein) deelgebied denken ze hun bevindingen te kunnen extrapoleren naar de totaliteit van het leven. Zie bijvoorbeeld hoe sommige neurologen hun ontdekkingen doortrekken in (nogal stellige) beweringen over hoe mensen in elkaar zouden zitten. Zo zijn er hersenonderzoekers die denken dat alles vanuit de hersenen bestuurd en bepaald wordt. Wij zijn ons brein, luidt een van de bekendste boeken hierover. De ongelooflijk ingewikkelde mens, al zijn gedrag, wordt teruggebracht tot één simpele conclusie: zodra we de inhoud van de hersenen kennen, kennen we de hele mens. Jaja.
In feite passen deze neurologen hier, veelal onbewust, de (universele) methode van de wiskunde toe op wat je typisch aardse omstandigheden zou kunnen noemen. Een kleine ontdekking integreren naar een volledigheid. Waarmee ze hun eigen vakgebied natuurlijk schromelijk overschatten. Bescheidenheid is hen vreemd.

Daarom, wees je bewust van waar je het over hebt, wanneer het woord wetenschap in een discussie opduikt. De bètawetenschappen spreken een universele taal, zijn overal toepasbaar waar het niet-menselijke interacties betreft, en om die reden uiterst succesvol in techniek en industrie.
De gamma- en alfawetenschappen zijn sterk mens-gebonden. Je kunt ze zien als onze dialecten. Gebonden aan plaats en omstandigheden. Herkenbaar voor degenen die binnen dat gebied wonen en werken, niet of nauwelijks te verstaan voor mensen die buiten dit gebied opereren. Daarom ook lastig te verifiëren. Want hier geleden geen universele waarheden zoals in de bètawetenschappen. Dat maakt ze natuurlijk niet minder interessant. Verre van dat. Want hier doemt telkens de vraag op: wat is leven? Waarvoor zijn we op aarde? Het zijn de zogenaamde waaromvragen die ons hier bezighouden. En die duiken op een bepaalde manier dieper het wezen van ons aardse menszijn binnen dan de universele schoonheid van de wiskunde.

Maar ze moeten alle drie blijven bestaan, de bèta-, de gamma- en de alfawetenschappen. Naast elkaar, als het kan. Elkaar bewust niet overlappend. En natuurlijk vrij van overheidsbemoeienis. En van lobby’s uit het bedrijfsleven, voor wie alleen geld en de korte termijn belangrijk zijn. Dan kan het goedkomen.