De filosofe Simone Weil (1909-1943) maakte een onderscheid tussen een manifeste wereld en een niet-manifeste wereld.
De manifeste wereld representeert alles wat we met onze zintuigen kunnen waarnemen, en in het verlengde daarvan, met de instrumenten die we ontwikkeld hebben om deze zintuiglijke waarnemingen uit te breiden (denk aan microscoop en telescoop). Het is de wereld van de materie, of specifieker, die van de atomen en moleculen. Onze huidige wetenschap is hierop gebaseerd. Kennis en inzichten moeten verifieerbaar zijn, dat wil zeggen, dezelfde experimenten moeten dezelfde uitkomsten genereren. Pas dan is het resultaat wetenschappelijk geldig. Ons onderwijs leidt ons op tot dit soort denken. Kennis en inzichten van buitenaf worden ‘aangeleerd’, opdat de toekomstige burger zich met succes kan handhaven in een steeds ingewikkelder wordende maatschappij. De manifeste wereld is een heldere, overzichtelijke wereld die van logica aan elkaar hangt. Het biedt de mensen een beredeneerbare houvast van hoe alles in elkaar steekt.
De niet-manifeste wereld is de wereld die onzichtbaar is, dus niet door onze zintuigen waar te nemen. Het is de wereld van de geest, de ziel, de intuïtie, voor het gevoel voor ethische waarden als orde, waarheid, schoonheid en menselijke waarden als rechtvaardigheid, compassie en verplichting. Deze wereld is alleen persoonlijk te beleven, is om die reden niet overdraagbaar van de ene mens op de andere. Het gaat hier om de beleving van binnenuit, vanuit wat je de ziel of de geest van de mens zou kunnen noemen. Het is een glibberig terrein wanneer je je in deze wereld begeeft. Kennis en inzichten zijn niet verifieerbaar. Je bent zuiver aangewezen op je eigen innerlijk kompas. Al gauw, zonder dat je het door hebt, spelen egoïstische motieven een rol in je spirituele inzichten. Continu spiegelen bij alles wat je beleeft en innerlijk ervaart, dat is een eerste vereiste. Durf jezelf te fileren, wees onverbiddelijk hard tegen jezelf. Zo bijzonder ben je niet. Sterker, des te verder je voortschrijdt op je esoterische inzichten, des te voorzichtiger word je in je oordelen en conclusies. In feite kom je tot de slotsom, zoals Wislawa Szymborska dat tijdens haar uitreiking van de Nobelprijs voor literatuur in 1996 zo treffend verwoordde, dat de bron van elke inspiratie altijd een ‘ik weet het niet’ is. ‘Daarom,’ gaat ze verder, ‘zijn de woordjes ‘ik weet het niet’ mij zo dierbaar. Ze zijn klein, maar met sterke vleugels. Ze zorgen ervoor dat ons leven zich blijft uitbreiden, zowel in de ruimte in ons als in de ruimte buiten ons, daar waar onze nietige aarde hangt.’
Voor Simone Weil moeten beide werelden, zowel de manifeste als de niet-manifeste, beleefd en herkend worden. Dan pas leef je totaal in de werkelijkheid zoals die er is. De combinatie van deze twee werelden kunnen vervat worden in: schouwen met verheven aandacht (met betrekking tot de niet-manifeste wereld) en denken met wetenschappelijke precisie en strengheid (ten aanzien van de manifeste wereld). Voor de niet-manifeste wereld is de liefde de drijvende energie. Deze energie ziet ze met name in het Johannesevangelie van het Nieuwe Testament terug. Op het einde van haar (korte) leven was Simone Weil diep religieus geworden, zonder dat ze zich aan een kerkelijk instituut wilde binden, dat ze namelijk zag als een instrument om de mensen te beheersen en te onderdrukken.
Maar ja, zoals gezegd, hoe voorkom je dat je niet in de valkuilen stapt die inherent zijn aan het je begeven in die niet-manifeste wereld? Enerzijds door steeds te zeggen: ik weet het niet. Anderzijds door steeds te spiegelen. Waarom voel ik dit, waarom denk ik dat?
Veel spirituele gelukszoekers gingen dit in het verleden niet goed af. Met name degenen die volop de publiciteit zochten. Hun ego, hun behoefte aan aandacht en erkenning zat hen duidelijk in de weg. Niets zo heerlijk om door anderen bewierookt te worden. Ik denk dan aan iemand als Derek Ogilvie, veelvuldig op tv te zien geweest, die achteraf een ordinaire oplichter bleek te zijn. Ondertussen wel (samen met zijn team aan helpers) geld binnen schrapend en veel mensen voor de gek houdend met vaak zeer emotionele contacten met hun overleden geliefden. Of het medium Char, ook al zo’n charlatan (let op de afkorting Char van charlatan, als provocatie haast) die het alleen om het geld te doen is geweest. Hoor je nooit meer iets van, nu ze voor de rest van haar leven ‘binnen is’. Of neem Robbert van den Broeke, zo’n 20 jaar geleden door Irene Moors als paranormaal medium onder de aandacht gebracht voor televisiekijkend Nederland, maar uiteindelijk ook ontmaskerd als een bedrieger. En dan heb ik het nog niet over Jomanda, ook zo’n zelfverklaard medium. Woont nu met al haar binnengehaalde rijkdom aan geld veilig in Canada, zonder zich te bekommeren om al die mensen in Nederland die nog altijd heilig in haar geloven. Brr, mijn maag krimpt samen als ik aan dit soort mensen denk.
Wie zijn voor jou dan leidende personen op het gebied van de niet-manifeste wereld, vroeg iemand mij laatst. Ik antwoordde: Meister Eckhart, Rudolf Steiner (hoewel ik een aantal van zijn bevindingen niet deel), sommige aspecten uit het boeddhisme en sinds kort Simone Weil.
En, hoe beleef jij die niet-manifeste wereld? Pf, dat is lastig uiteen te zetten. In ieder geval beleef ik (sinds mijn jeugd al) een grote hoeveelheid aan entiteiten om mij heen. Ze veranderen al naar gelang ik in een andere omgeving kom. Tijdens een crematie of begrafenis wordt de ruimte bevolkt door heel andere entiteiten dan in een kroeg of op de tribune van een voetbalwedstrijd.
Wie of wat die identiteiten zijn? Sommigen denken dan aan overleden mensen, aan geesten of demonen. Gedeeltelijk is dat waar, maar toch ook weer niet. In mijn beleving zijn het restanten van overleden mensen, van natuurwezens die weinig menselijks hebben, van wezens die tegelijk onzichtbaar zijn en zowel moreel als ethisch zich ver boven ons verheffen. In het Christendom worden deze laatsten engelen genoemd, of nog verder in de hiërarchie aartsengelen etc.
Die entiteiten verzamelen zich rond ons, niet echt vrijwillig, maar meer zoals de noordpool en de zuidpool van een magneet elkaar aantrekken. Je hebt dus invloed door welke entiteiten je je laat omgeven. Een kunstenaar trekt entiteiten aan die hem inspireren tot een originele creatie. Iedereen die schildert, musiceert of creatief schrijft kent die ervaring. Er is iets boven jou wat jou genade schenkt, een idee of gedachte in jou laat ontstaan. Zoals Harry Mulisch dat eens verwoordde: ik schrijf niet, mijn hand doet dat, door hogerhand bestuurd.
Wat lastig is in de omgang met andere mensen, de hoeveel entiteiten die een ieder omgeeft. Stel dat elk mens pakweg zeven identiteiten om zich heen draagt, dan heb je in een ruimte met tien mensen al gauw met 70 identiteiten te maken. Dat kan verwarrend zijn. Vooral mensen met een groot ego nemen veel identiteiten op hun schouders mee. Dat is voelbaar voor wie daar voelsprieten voor heeft. Alsof zo iemand anderen wegdrukt, te veel ruimte inneemt, anderen de baas is, een macht uitoefent waar iedereen zich aan lijkt te onderwerpen.
War komen die entiteiten vandaan? Zoals gezegd, vaak uit restanten van overleden mensen. Waarmee ik bedoel, na het overlijden van de mens (de levenskracht laat los van het fysieke lichaam) blijven de ziel en de geest van de mens eerst nog een tijdje om het dode lichaam hangen. Dan laat de ziel los, begeeft zich richting de zonnesfeer, legt daar af al wat aards is en niet samen met de geest naar het zuiver geestelijke op kan stijgen. Dit zijn de zogenaamde ‘slakken’ (slakken in de betekenis wat overblijft na verbranding van steenkool of andere fossiele brandstoffen). Veel van die slakken, zoals onverwerkte emoties, begeertes, verslavingen, trauma’s, bevolken de aarde nogal rusteloos, om zo te zeggen. Dat noem ik de restanten van overleden mensen. Deze grijpen zich vast aan wat voorhanden is. Dat zijn de mensen met overeenkomstige eigenschappen als die van henzelf. Zo zal bijvoorbeeld een kroeg bevolkt kunnen worden met restanten van mensen die alcoholist waren. Dat hoeft niet, maar het kan. Het is afhankelijk van de mensen die zich in die kroeg begeven.
Een extra probleem doet zich voor bij mensen die voortijdig uit het leven stappen. Hun ‘levenstaak’ zit er dan nog niet op, ook al spreken zij zelf van een voltooid leven. Hun ziel blijft dan nog lange tijd aan de aarde gekluisterd, kan niet opstijgen. Ze zwerven rusteloos rond, lijden meer dan tijdens hun aardse leven, omdat ze nu geen lichaam hebben om de pijnen te filteren. Vandaar dat wij zo’n sterk verdriet voelen bij een zelfmoord van een dierbaar iemand. We proeven zijn lijden, beleven zijn niet afgemaakte reis door het leven. Tragisch en verdrietig is het, intens verdrietig.
Een voorbeeld van dit laatste. Ik heb een vrouw gekend wier broer zelfmoord pleegde nadat hij tijdens het veelvuldig ‘glaasje draaien’ met vrienden daartoe de opdracht kreeg. Voor de goede orde, dit gevaarlijke spel ‘glaasje draaien’ trekt zeer destructieve entiteiten aan, restanten van overleden mensen die waarschijnlijk zelfmoord hebben gepleegd en niet los van de aarde kunnen komen. Deze vrouw zag haar overleden broer af en toe terug op een brugleuning van de stad. Of ze hoorde ’s nachts in de keuken geluiden van glas tegen glas, gebonk, en zag zelfs dat sommige voorwerpen verplaatst leken te zijn. Ze vond het allemaal heel eng. Had ook het gevoel dat haar broer wanhopig contact met haar zocht.
Maar, we worden ook omgeven door de wezens van de natuur, door een hiërarchie hoger dan de onze. Deze eerste vinden we in de schoonheid van de natuur, in de bergen, in de ongerepte natuur, maar ook in onze eigen groentetuin of liefdevol verzorgde stadstuin. De hogere hiërarchie manifesteert zich op vele vlakken, in onze contacten met anderen, maar ook bijvoorbeeld in de kunsten. Of het nu schilderkunst, toneel, theater, muziek of literatuur is, we voelen en beleven haar streven naar het mooie en goede. Deze entiteiten zijn we dankbaar dat ze ons omgeven. Ze tillen ons op uit onze dagelijkse beslommeringen. De wereld is rijker en voller aan entiteiten dan we denken. Maar ingewikkeld blijft het. Want, zoals gezegd, in feite weten we niets.
Entiteiten
Plaats reactie