In 1947 zag een Amerikaanse zakenman tijdens een vlucht over het Rotsgebergte een rij eigenaardige vliegtuigen met een onbegrijpelijke snelheid langskomen: hij noemde ze vliegende schotels. Sindsdien heeft het geloof in UFO's (unidentified flying objects) letterlijk en figuurlijk een reuzenvlucht genomen. De meldingen stroomden binnen, vooral in de jaren vijftig van de vorige eeuw. De aliens zouden zich al onder ons bevinden! Zie o.a. de aangrijpende film uit 1956 Invasion of the body snatchers (er was een minder geslaagde remake in 1978).
Pas de laatste tijd neemt dit UFO-gedoe wat af, hoewel er nog miljoenen mensen zijn die geloven in buitenaards leven dat contact met ons zoekt. Zie de bovenmatige belangstelling voor bijvoorbeeld graancirkels die bepaalde mensen nu nog koesteren.
Al sinds 1850 is het verschijnsel bekend van de zogenaamde bewegende sterren. Een ster lijkt met korte rukjes te bewegen, evenwijdig aan de horizon, staat voor zo'n 5 seconden stil, gaat weer achteruit, soms met grote snelheid etc. Zo'n licht dat snel heen en weer beweegt kan eruit zien als een object dat zelfstandig wegvliegt. Sommigen noemen dat dan een UFO.
Maar dat is het niet. Het heeft te maken met het feit dat ons oog vaak een onbetrouwbaar meetinstrument is. Namelijk, ons oog voert steeds kleine onwillekeurige bewegingen uit. Met als gevolg een (kleine) verplaatsing van het beeld op ons netvlies. Onze hersenen interpreteren dit verplaatsen van het beeld als zou het voorwerp waarnaar we kijken opeens snel van plek veranderen.
Dit verschijnsel, dat ook wel sterschommelen wordt genoemd, treedt met name op wanneer we richting de horizon naar een ster kijken. Je kunt dit zelf eens proberen. De een zal de ster veel meer zien schommelen dan de ander, wat waarschijnlijk te maken heeft met de gesteldheid van de ogen die voor iedereen verschillend is.
Zo kan ook de planeet Venus, wanneer ze laag aan de hemel staat, voor een snel bewegend licht zorgen. Althans, dat denkt ons oog. Maar er zijn meerdere manieren waarop ons oog ons kan misleiden.
Bijvoorbeeld, het verschijnsel van het nabeeld. Iedereen kent dit wel. Je kijkt naar een ondergaande zon. Vervolgens doe je je ogen dicht. Je ziet een nabeeld van allemaal kleine ronde schijfjes, het bewijs dat het oog met korte rukjes bewogen heeft in de korte tijd dat je naar de zon keek. Goethe heeft veel onderzoek gedaan naar dit verschijnsel, zie zijn Farbenlehre.
Andere soorten van misleiding: het kijken door een bril of glas (een raam) kan lichtvlekken geven door bepaalde spiegelingen. Of er zijn luchtspiegelingen en haloverschijnselen als bijzonnen en een onderzon. Wie hier meer over wil weten, lees De natuurkunde van 't vrije veld deel I van Dr. M. Minnaert. Honderden bladzijden interessante waarnemingen aan alles wat met licht te maken heeft.
Zoals gezegd, ons oog is een onbetrouwbaar meetinstrument. Ze interpreteert er al gauw op los, hetgeen al snel leidt tot het zogenaamde gezichtsbedrog.
Het is ook tekenend dat een sterrenwacht, met objectieve meetinstrumenten, nog nooit een UFO heeft waargenomen, nergens ter wereld, al zullen echte UFO-aanhangers al gauw zeggen dat zo'n sterrenwacht dat (als onderdeel van een groots complot) bewust in de doofpot zal stoppen.
Mensen die met hun blote oog een UFO menen te zien, zijn per definitie onbetrouwbaar. Jammer voor alle sensatie die hierdoor verloren gaat (want wat kunnen we anders heerlijk die vermaledijde maatschappij, inclusief ons nietig leventje, ontvluchten met dit soort buitenaards-leven-bespiegelingen), maar het is niet anders. We moeten, of we willen of niet, met onszelf aan de bak.