Het valt me op dat zogenaamde volkse mensen (minimale opleiding, geen of weinig interesse in kunst en cultuur) vaak een verrassend vermogen bezitten om komisch en bijzonder origineel uit de hoek te komen. Daarbij denk ik aan een groep oud-Amsterdammers die ik een keer in lijn 9 meemaakte. De ene gevatte opmerking volgde op de andere, zo snel dat het nauwelijks bij te benen was. Zo ad rem, zo slim. Iedereen lag in een deuk.
Zo was er een vrouw in ons dorp vroeger. Wat ze dacht flapte ze eruit, zonder er bij na te denken. Ze kwam daardoor als nogal dom over. Of ze het was weet ik niet. Wel heb ik meegemaakt hoe ze op verjaardagen door de daar aanwezige mannen werd bejegend. Die joegen haar al gauw flink op de kast met hun opmerkingen. De pestkoppen.
Ze was getrouwd en had twee kinderen, jongens van 8 en 6 jaar. Iemand vroeg haar: ‘Zeg, wordt het niet eens tijd voor een derde, Gré?’ Zo noem ik haar maar even, Gré.
Haar antwoord kwam direct, zonder blikken of blozen.
‘Kom nou. Ik ben geen schip. Laden en lossen.’
En dit op z’n West-Fries uitgesproken, wat harder en directer klinkt dan in het ABN.
Overigens, met haar twee zonen liep het slecht af. De oudste verloor het leven tijdens een spel met een touw, de jongste ondervond een nog tragischer einde. Hij was uit geweest in de stad en reed ’s nachts in zijn eentje op het fietspad naar huis. Een auto, volgeladen met jongens die ook uit waren geweest (twee lagen zelfs in de kofferbak) nam een flauwe bocht niet goed, kwam in de berm terecht en sloeg over de kop, precies op de fietsende jongste zoon. Die was op slag dood.
Hoeveel pech kun je in het leven hebben. Hoeveel verdriet ook. Beide ouders zijn door een gigantisch diep dal gegaan. Dat je dan geen schip bent helpt je niet verder.