Afdrukken

Wolfgang Pauli (1900-1958) was een briljant natuurkundige die op 19-jarige leeftijd al een indringende verhandeling over de relativiteitstheorie schreef. In 1925 ontdekte hij dat de spins (de draaiing om de eigen as) van naburige elektronen altijd tegengesteld aan elkaar waren. Dit zou voortaan het uitsluitingsprincipe van Pauli gaan heten.
Zo'n briljante theoreticus als Pauli was, zo onhandig was hij met experimenten. Sterker, zodra hij een laboratorium betrad, mislukten de experimenten van degenen die daarmee bezig waren. Dit was al gauw in wetenschappelijke kring bekend. Men noemde dit het Pauli-effect.

Zo gebeurde het op een dag dat in het laboratorium van de universiteit van Göttingen een gecompliceerd onderdeel van een apparaat kapot ging. Het hoofd van het laboratorium schreef hierover aan Pauli dat er deze keer toch geen sprake kon zijn van het Pauli-effect, omdat Pauli op dat moment in Zurich was. Maar Pauli schreef terug: hij was toen op reis met de trein naar Kopenhagen, maar precies op die middag, op het tijdstip dat de meter in het laboratorium doorsloeg, stond de trein even stil in Göttingen!

Dat wetenschappers ook wel eens lol met elkaar hebben, blijkt uit de grap die men daarna met Pauli wilde uithalen. Men had in een laboratorium zodanige apparatuur aangebracht, dat zodra Pauli de ruimte zou betreden, alles in één keer uit zou vallen. Dit zonder dat de argeloze Pauli, die louter even op bezoek kwam, het wist.
Maar, Pauli betrad de ruimte en er gebeurde niets. Het bleek dat de apparatuur die voor het alarm moest zorgen, bij binnenkomst van Pauli gewoonweg niet werkte! Het alarmsysteem zelf was uitgevallen.