Gelukkig, Nederland kent ze nog, de natuurgebieden waar vogels en andere dieren naar hartenlust hun natuurlijke gang kunnen gaan en door de mens met rust worden gelaten. Met dank vooral aan Natuurmonumenten, de vereniging die in 1905 door onderwijzer en natuurliefhebber Jac. P. Thijsse is opgericht. Aanleiding toen was het voornemen van de gemeente Amsterdam om de ‘waardeloze, onvruchtbare’ plassen van het Naardermeer met stadsafval vol te gooien om zo het afvalprobleem van de stad op te lossen. Jac. P. Thijsse verzette zich hier fel tegen, en pas na veel inspanningen wist hij dit plan te blokkeren. Er werd uiteindelijk door een stichting tot aankoop besloten, waarmee (kort door de bocht) de vereniging Natuurmonumenten een feit was.
Vorige week kampeerde ik een paar dagen in de buurt van Lage Vuursche. Tijdens een fietstocht kwamen we door natuurgebied Eemland, een oudhollands weidegebied ten noorden van de A1, iets boven Baarn. Inderdaad, het riviertje de Eem stroomt hier. Wat een schitterend landschap vol boterbloemen, diverse grassoorten, veel zuring, slootjes vol kikkers etc. Zo moet Nederland er vroeger bij gelegen hebben, toen de boeren en tuinders er nog geen monocultuur vol kunstmest, raaigras en pesticiden van gemaakt hadden. Alleen maar fietspaden, dus geen gemotoriseerd verkeer. En wat veel vogels. Ik heb onder andere tientallen grutto’s geteld, ongekend. Grappig was dat om de honderd meter een grutto op een paaltje bij een hek zat, juist wanneer we voorbij fietsten. Alsof ze ons wilden verwelkomen.
Een 'op ons wachtende' grutto op een van de paaltjes
Het vrolijke geluid van de grutto’s klonk nog dagenlang na in mijn oren, ook toen ik allang weer thuis was. Blije vogels waar ikzelf ook weer blij van wordt. Met dank nogmaals aan Natuurmonumenten, dat dapper tegenwicht biedt aan het economische model van de agro-industrie die de weinige natuur die we hebben opoffert om er op korte termijn heel veel geld aan te verdienen. Met voor in de toekomst desastreuze gevolgen, ook voor de mens. Die Jac. P. Thijsse, verdient die ondertussen niet een groot standbeeld? Bijvoorbeeld op de stoep van het kantoor van de BBB, als voorbeeld voor hoe het wel moet?