Wachten op de barbaren
- Waar wachten wij op bijeengekomen op de agora?
Op de barbaren die vandaag komen.
- Waarom wordt in de Senaat niets gedaan?
Zitten de Senatoren daar zonder wetten te maken?
Omdat de barbaren vandaag zullen komen.
Waarom zouden de Senatoren dan nog wetgeven?
Dat zullen de barbaren doen wanneer ze zijn gekomen.
- Waarom is onze keizer zo vroeg opgestaan
en zit hij bij de grootste poort van de stad
op zijn troon, plechtig, de kroon op het hoofd?
Omdat de barbaren vandaag zullen komen.
De keizer wacht om hun aanvoerder te ontvangen.
Houdt zelfs een oorkonde klaar
Die hij hem geven wil. Daarop schreef hij
veel titels, erenamen voor hem neer.
- Waarom verschenen onze twee consuls vandaag
en de praetoren in hun rode, geborduurde toga’s;
waarom dragen ze armbanden met al die amethisten
en ringen met prachtige, vonkende smaragden;
waarom torsen ze vandaag kostbare staven
met zilver en goud fraai geciseleerd?
Omdat de barbaren vandaag zullen komen
en zulke dingen verblinden de barbaren.
- Waarom komen niet als altijd de waardige retoren
om redevoeringen te houden, het hunne te zeggen?
Omdat de barbaren vandaag zullen komen,
hun mishaagt woordomhaal, welsprekendheid.
- Waarom begint er nu opeens die onrust
en die verwarring (Wat werden de gezichten ernstig).
Waarom lopen snel straten en pleinen leeg,
en keert ieder naar huis, verzonken in gedachten?
Omdat de nacht viel en de barbaren niet kwamen.
Enkele lieden, net binnen uit de grensstreek,
zeiden dat er geen barbaren meer zijn.
Wat moet er nu van ons worden, zonder barbaren.
Die mensen waren tenminste een oplossing.
Konstantínos Kaváfis (1863 - 1933)
Bovenstaand gedicht van de bekende Griekse dichter Kaváfis wordt vaak geciteerd wanneer men de oorsprong van populisme wil duiden. Er is de diepgewortelde behoefte aan een vijand, aan de strijd tegen degene die anders is in taal, godsdienst, opvoeding en normen en waarden. Het is een wij-tegen-zij-cultuur die enerzijds mensen verenigt (de eigen mensen), anderzijds mensen uit elkaar drijft (degenen die anders zijn, zijn de vijand).
- Waar wachten wij op bijeengekomen op de agora?
Op de barbaren die vandaag komen.
Het tafereel speelt zich in de Romeinse oudheid, in de hoogste kringen zelfs. Er is een wachten, wordt in de eerste regel gezegd. Op de agora, een verzamelplaats in de oudheid om te vergaderen en bijeen te komen. Het is een wachten op de barbaren. Het woord barbaar is afkomstig van het Griekse Barbaros, het geluid dat de barbaroi (βαρβαροι) maakten als ze in Griekse oren 'beschaafd' wilden spreken. De Grieken, en in navolging van hen de Romeinen, noemden ieder volk barbaren als ze het niet konden verstaan of als een cultuur vreemd overkwam.
- Waarom wordt in de Senaat niets gedaan?
Zitten de Senatoren daar zonder wetten te maken?
Hier komt het populisme al direct om de hoek kijken. Het is een gevaar van buitenaf, door de leiders niet erkend. Oei, wat zitten ze daar te doen? Zien ze het niet of willen ze het niet zien? Wat zitten ze daar te lanterfanten, terwijl er juist nu daadkrachtig opgetreden moet worden. Wat een slappe hap, lijkt het commentaar te zijn.
Omdat de barbaren vandaag zullen komen.
Waarom zouden de Senatoren dan nog wetgeven?
Dat zullen de barbaren doen wanneer ze zijn gekomen.
De angst dat de anderen het zullen overrnemen, alle vrijheden teniet zullen worden gedaan, het volk voortaan onder het juk van de barbaren zal moeten leven. Dat is het vooruitzicht.
- Waarom is onze keizer zo vroeg opgestaan
en zit hij bij de grootste poort van de stad
op zijn troon, plechtig, de kroon op het hoofd?
De naïeve keizer die de dreiging niet ziet. Het grote gevaar wordt zelfs met alle égards ontvangen, getuige de grootste poort van de stad, de troon, de kroon op hoofd van de keizer.
Omdat de barbaren vandaag zullen komen.
De keizer wacht om hun aanvoerder te ontvangen.
Houdt zelfs een oorkonde klaar
Die hij hem geven wil. Daarop schreef hij
veel titels, erenamen voor hem neer.
Het gaat zelfs verder, de barbaren worden niet alleen met open armen ontvangen, maar ze worden geëerd, bijna vereerd. De titels en erenamen vallen hen ten deel. Oei, denk je dan als argeloze burger, wat een vreselijke leiders dat ze ons niet beschermen. Dat ze meeheulen met degenen die ons alle vrijheden af zullen nemen.
- Waarom verschenen onze twee consuls vandaag
en de praetoren in hun rode, geborduurde toga’s;
waarom dragen ze armbanden met al die amethisten
en ringen met prachtige, vonkende smaragden;
waarom torsen ze vandaag kostbare staven
met zilver en goud fraai geciseleerd?
Niet alleen de keizer doet hieraan mee, ook de consuls, de praetoren met al hun rijkdom. Kortom, de zittende macht. En waarom doen ze dit?
Omdat de barbaren vandaag zullen komen
en zulke dingen verblinden de barbaren.
Alsof de barbaren daarvan onder de indruk zullen zijn, van al die uiterlijke schijn, hoor je het volk denken. Trap er toch niet in, hou ze buiten de deur, sluit de grenzen. Ze zullen alleen maar onheil brengen.
- Waarom komen niet als altijd de waardige retoren
om redevoeringen te houden, het hunne te zeggen?
Omdat de barbaren vandaag zullen komen,
hun mishaagt woordomhaal, welsprekendheid.
Ook degenen die waardig en oprecht zijn, redden het niet tegen de barbaren. Want zij zijn van een andere taal, ze verstaan geen goede manieren. Ze zijn wars van normen en waarden zoals die in het eigen land gelden.
- Waarom begint er nu opeens die onrust
en die verwarring (Wat werden de gezichten ernstig).
Waarom lopen snel straten en pleinen leeg,
en keert ieder naar huis, verzonken in gedachten?
Ineens is er een omslag. Wat gebeurt er? Straten en pleinen lopen leeg. Iedereen keert terug naar huis, verzonken in gedachten.
Omdat de nacht viel en de barbaren niet kwamen.
Enkele lieden, net binnen uit de grensstreek,
zeiden dat er geen barbaren meer zijn.
Het is het bericht dat de barbaren niet komen. Waarom niet? Simpel, omdat er geen barbaren zijn. Enkele lieden uit de grensstreek (= het gebied dat over de eigen grenzen heen laat kijken) hebben dat gezegd.
Wat moet er nu van ons worden, zonder barbaren.
Die mensen waren tenminste een oplossing.
Je zou zeggen, dat is een hele opluchting. Het tegendeel blijkt waar. Er is een gemis. Een gemis aan een gemeenschappelijke vijand. De behoefte aan een sterke leider die wel eventjes paal en perk zal stellen aan de slapheid van staatshoofden valt nu weg. Het is alsof het volk in een zwart gat valt. Het staat er treffend. Wat moet er van ons worden, zonder die angst voor wat van buitenaf binnen wil dringen. Die angst was tenminste een reden om te leven. Een anker dat het leven zin gaf. Zonder dat vallen wij terug op onszelf, ons eigen individu. En dat is de grootste angst van het populisme. De gemeenschappelijke vijand verliezen en weer verantwoordelijkheid dragen voor het eigen leven. De schuld kan niet meer naar anderen verschoven worden.
Wachten op de barbaren - Konstantínos Kaváfis
-
Lijst met reacties vernieuwen+1 # Roel 17-mrt-2020 @21:17Mooi gedicht. Ik dacht in eerste instantie, toen ik de titel zag, dat het ging om een boekrecensie. Coetzee heeft een boek geschreven met dezelfde titel. Nu pas kom ik erachter dat het een verwijzing is naar dit gedicht.Antwoorden | Antwoorden met citaat | Citeer0 # Fred 18-mrt-2020 @15:06Een nog altijd actueel thema, mooi verwoord. Inderdaad. Door velen aangehaald.Antwoorden | Antwoorden met citaat | Citeer