ze besloot die ochtend
dat de leeuw, de mus en het scheurende egeltje
niet langer in één doos pasten
eén van de drie moest eruit
ze keek of er iemand huiverde
maar het was stil daarbinnen
de net wakker geworden mus
zat rustig op haar berkentwijgje, knipogend
naar de zon die opkwam
de mus was verdwaald, normaal kwam ze hier niet
ze had achter op de rug van het scheurende egeltje gezeten
waar ze even uitrustte na de lange mussenjacht
(vijandige mussen slepen de messen)
ze moest zich aan de stekels vasthouden, het egeltje nam haarscherpe
bochten, vloog over de kop, rolde bergen af, nam duiken
in huizenhoge golven, scheurde zoals het egeltje nooit eerder
de boze leeuw tegenkwam
ze werd groot, al bijna volwassen
moeder zei, borstel niet zo lang, je haar gaat ervan scheuren
de kapper had gedaan alsof zijn neus bloedde