Wie de duisternis kent
weet dat zij ogen heeft
begerig, hongerig,
sneller dan het licht
volgt ze bewegingen
vanuit achterwaartse heuvels.
Wie niet op zijn hoede is
te langzaam met zijn strijdkar
wordt bij de haren gegrepen
de woestenij in, voortgesleept
tot het bloedens sporen trekt
aan de muren van wat ooit
een onneembare vesting was
brokkelt het leven af
in stenen geweld
uitgestrekte plassen van verdriet.
Vrouwen en kinderen eerst
zullen hier ten onder gaan.
Cassandra
Plaats reactie