gemis is een implosie van dierbaarheid
een kaal vertrek als een pas opgeleverde huurwoning
muren kijken je wantrouwend aan
wijken voor de vreemdeling die jij bent
en toch, gaten in de lucht trekken je naar binnen
ziekelijk haast, alsof jij degene bent
die gemist wordt
te veel bleef ongezegd
lippen prevelen onverstaanbare woorden
het verleden druppelt van het plafond
(herinneringen die weigeren te verdampen)
ramen beslaan door wat verloren is
buiten staat het landschap nog overeind
wazig vastgelegd in een eenmalige foto
armen lijken te zwaaien, maar hangen
als verstarde takken aan de bomen
binnenstebuiten gekeerd
met alle pijn aan de oppervlakte
loop je er elke ochtend langs
heel stilletjes, de deur
steevast op een kier
je weifelt, houdt de klink te lang vast
en loopt weer door
het went nooit