Afdrukken

als het water tot de lippen stijgt moeten we kiezen
wat zwaar is blijft niet drijven

een voordeel, onder water zijn we lichter
vissen in de maalstroom van emoties
af en toe happend naar lucht

we speuren naar een eiland met wuivende palmen
ooit zetten wij voet aan wal, boven de wolken
heerst schoonheid, alle vuil spoelt weg

we zullen bedachtzaam
door het vlies heen moeten breken

maar onze handen zijn botte vinnen
die niet zwaaien in nood
wij zijn met te velen om als individu
te kunnen ontsnappen, elk moment
dreigen golven ons te verslinden

gelukkig splijt de zee soms in tweeën
ontstaan er eilanden uit vulkanen

er is geen beschutting, gevaren 
hangen als speren in de lucht
een jan-van-gent haalt 100 kilometer per uur
en wij, net op tijd, krijgen poten om te vluchten
klauteren halsoverkop het strand op
vinden een huis met veranda
en rusten eindelijk uit