we komen allemaal terug
op de dag van gisteren;
we doen alles beter
met nieuwe ogen ben ik aanwezig
op de reünie van mezelf
met elke hap schuiven we
aan de kilometerslange tafel één plaats op
de dame tegenover snift in haar zakdoek
haar handen trillen
mijn buurman doet beleefd zijn hoed af
als hij afscheid neemt
het is nog niet te laat, een deur zwaait open
wil je weten of ik dood ben?
pak mijn pols, roep mijn naam
als mijn adem als een blok in jouw armen valt
dan is dat voorbestemd:
wieg me als een pas geborene.