Het hebben van een mening, of het nu over politiek is, over moraliteit of zelfs over het gedrag van BN’ers, lijkt met de toename van de sociale media belangrijker dan ooit. Iedereen met een toetsenbord moet heden ten dage zijn zegje doen. Die meningen veranderen al gauw in vaste standpunten; over asielzoekers, Oekraïne, Gaza, Trump etc. Standpunten waarmee we onszelf markeren, en die we om die reden koesteren en niet gauw loslaten. Ze vormen een onderdeel van onze identiteit.
Maar het hardnekkig vasthouden aan diezelfde standpunten kan ons ook minder flexibel maken naar andersdenkenden, of naar omstandigheden waar we misschien minder kennis van hebben. We weten niet wat we niet weten. Soms is het nuttig om je standpunten onder de loep te nemen. Misschien heb je nu andere inzichten en zijn daarmee je standpunten veranderd. Je standpunten worden dan stondpunten.
Een prachtig woord, stondpunten. Bedacht door taalkundige Wim Daniëls. Stondpunten zijn standpunten die mensen ooit hadden en waarin ze veranderd zijn, meestal vanuit een voortschrijdend inzicht. En ja, daarvoor uit te komen vraagt lef. Lef om toe te geven dat je in het verleden wellicht fout zat. Om dat vervolgens naar je omgeving te communiceren. Natuurlijk, dan heb je wat uit te leggen. Anderen zullen je misschien niet direct kunnen volgen, want ook hun standpunt over jou verandert. Ook zij moeten switchen van standpunt naar stondpunt.
Wanneer je naar de politiek kijkt, zeker naar de debatten in de Tweede Kamer, dan zie je dat het daar voornamelijk elkaar vliegen afvangen is. De discussies zijn zelden inhoudelijk, vaak wordt er alleen maar op de man gespeeld in de hoop daarmee maximaal te kunnen scoren bij de kiezer. Het woord stondpunten zul je daar niet gauw aantreffen. Sterker, het is in de politiek haast een doodzonde toe te geven dat je het bij het verkeerde eind hebt gehad. Want, denkt men algemeen, dan val je door de mand. Met als gevolg een daling in de populariteitspolls.
De standpunten daar zijn stellig, vastomlijnd, niet in beweging te krijgen. Dood, als het ware.
Standpunten zouden levende meningen moeten zijn. Levend als planten, zeg maar. Ze kunnen wortelen, groeien en bloeien. Maar op een gegeven moment is hun tijd voorbij en zijn ze uitgebloeid. Ze krijgen zaadjes, waarmee je weer nieuwe planten kunt kweken. Of de planten gaan dood, bijvoorbeeld bij gebrek aan verzorging, of gewoon door slechte weersomstandigheden als ze buiten in je tuin staan. Dat kan ook. Je kunt dan nieuwe planten kopen, keuze genoeg in de tuincentra. Of je vraagt een stekje bij de buren. Alles kan. Zo lang ze maar bij je passen. (Met dank aan Marike Stellinga).