Afdrukken

Tijdens gesprekken met mijn vaste wandelvriend, een oud-collega en afgestudeerd filosoof, viel mij geleidelijk een overeenkomst op tussen de Deense filosoof Kierkegaard en de Portugese dichter Pessoa. De wandelvriend vertelde uitgebreid over het leven van Kierkegaard, geeft daar ook lezingen over. Natuurlijk, ik kende Kierkegaard wel, maar zijn achtergronden wat minder. De dichter Pessoa volg ik al enkele decennia om zijn kenmerkende eigenzinnige gedichten die mij persoonlijk zeer aanspreken. Over zijn leven wist ik wat meer. En één plus één is twee, aldus de wandelvriend die tevens wiskundige is.

Søren Kierkegaard leefde van 5 mei 1813 tot 11 november 1855. Hij werd dus 42 jaar. Hij verbleef zijn leven lang in Kopenhagen, de hoofdstad van Denemarken. Hij was een cultuurcriticus pur sang, hechtte belang aan het maken van strikt persoonlijke keuzes, aan eigenheid, en was een religieus denker voor wie de relatie met God zijn hoogste streven was. Tegelijk verzette hij zich sterk tegen de kerkelijke instituten die hij een verregaande hypocrisie verweet. Hij streefde naar ware individualiteit, door hem ‘zelfheid’ genoemd. Hij wordt om die reden gezien als de eerste existentialist, als voorloper van latere bekende filosofen als Martin Heidegger en Jean Paul Sartre.

Fernando Pessoa leefde van 13 juni 1888 tot 30 november 1935. Hij werd dus 47 jaar, ook niet echt oud. Geboren in Lissabon, de hoofdstad van Portugal, verhuisde hij op 8-jarige leeftijd naar Zuid-Afrika. Zijn moeder was, na het overlijden van Pessoa’s vader in 1893, hertrouwd met de Portugese consul in Durban, Zuid-Afrika. Als hij 17 jaar is, keert hij terug naar Lissabon, waar hij bij twee tantes in gaat wonen. Al op jeugdige leeftijd schrijft hij gedichten, essays en pamfletten. Hij wordt freelance vertaler en handelscorrespondent. Tijdens zijn leven wordt er nauwelijks iets van hem gepubliceerd. Pas in de jaren tachtig van de vorige eeuw wordt hij bij een groter publiek bekend, in Nederland vooral door de vertalingen van August Willemsen.

Tot zover weinig overeenkomsten tussen deze twee grootheden. Oké, beiden zijn in de lente geboren en in de herfst overleden, en beiden zijn niet oud geworden. Beiden leefden in de hoofdstad van hun land, kenden de literaire wereld om hen heen, waren ontwikkeld, geleerd zelfs. Maar dat maakte hen niet uitzonderlijk op elkaar lijkend. Wat dan wel? Nou, twee aspecten dus.

Ten eerste, beider uitvoerig gebruik van heteroniemen. Een heteroniem is een vorm van een pseudoniem waarbij een auteur een fictieve schrijverspersoonlijkheid creëert, soms als afsplitsing van zichzelf.

Kierkegaard wilde in zijn keuze voor pseudonieme auteurs verschillende levensvisies aan de lezer voorschotelen zonder dat hijzelf zelf hierin kenbaar was. Zijn pseudonieme geschriften zijn daarmee interne communicaties, als spiegels waarin de lezer zichzelf kan herkennen. Kierkegaard zelf geeft niet aan welke gedachten zijn voorkeur hebben. Die keuzemogelijkheid laat hij aan de lezer over. Zo laat hij zijn pseudoniemen soms heftig met elkaar in conflict zijn, steeds in geschriften, zoals de gelovige Johannes Climacus en zijn fanatieke tegenstrever Anti-Climacus. Andere bekende pseudoniemen zijn Johannes de Silentio (schrijver van wat Kierkegaard als zijn beste boek beschouwde: Vrees en Beven), Victor Eremita (schrijver van Of/Of, het eerste werk dat Kierkegaard publiceerde, in 1843), Hilarius Bogbinder, Frater Taciturnus, Vigilius Haufniensis en Constantin Constantius. Ook schreef en publiceerde hij onder zijn eigen naam. Bij elkaar omvat zijn werk zo’n 7000 pagina’s aan gedachten en ideeën. Kierkegaard geldt tegenwoordig als een van de grootste filosofen uit de geschiedenis.

Pessoa ging in het gebruik van heteroniemen nog wat verder dan Kierkegaard. Hij schreef ze astrologisch uit, zoals Simon Vestdijk dat later met zijn romanpersonages zou doen. Voor Pessoa waren het levende mensen met een geheel eigen karakter die geboren werden en dood gingen, zoals zijn pseudoniem Alberto Caeiro, geboren op 6 april 1889 en aan tbc (!) overleden in 1915. Deze Alberto Caeiro was iemand met weinig opleiding en voor Pessoa daarom te eenvoudig om hem een langer leven te gunnen.
Dat geldt ook voor Ricardo Reis, geboren op 12 juni 1914 en vlak voor de dood van Pessoa zelf overleden. Deze Ricardo Reis is ontwikkeld en lijkt in zijn denken van alle pseudoniemen nog het meest op Pessoa zelf.
Een ander bekend pseudoniem is die van Álvaro de Campos, bekend als dichter van het Niets. Zijn bekendste spreuk is: "Ik ben niets / Ik zal nooit iets zijn / Ik kan ook niet iets willen zijn / Afgezien daarvan koester ik alle dromen van de wereld."
Naast deze drie bekendste heteroniemen zijn er nog zo’n twintig andere, onder andere Bernardo Soares, schrijver van het Boek der Rusteloosheid (inmiddels een bestseller in Nederland).
Pessoa laat zo’n 27.000 manuscripten na, bijeengeraapt op kladblokjes, losse vellen, toiletpapier, rekeningen etc. Op een uitgave van zijn volledig werk is het nog altijd wachten.

Ten tweede, beide oorspronkelijke denkers hebben eenzelfde liefdesleven gekend. Nou ja, liefdesleven? In feite gaat het hier om het ontbreken van een huwelijkse band, van enig seksueel verkeer ooit ook, ondanks de aanwezigheid van één heftige verliefdheid in hun leven.
Voor Kierkegaard was dat Regine Olsen, een meisje dat hij leerde kennen toen hij 24 jaar was. Regine was negen jaar jonger. Kort na zijn afstuderen zocht hij haar op in haar ouderlijk huis. Dit resulteerde in een verloving die hij vervolgens een jaar later verbrak in de overtuiging dat hij haar nooit gelukkig zou kunnen maken. Kierkegaard koos voor een schrijverschap in eenzaamheid. Hij bleef zijn leven lang van haar houden, ook toen ze met een ander was getrouwd. Ze bleef een grote emotionele rol in zijn leven spelen, getuige zijn vele dagboekaantekeningen. Zij was de enige erfgenaam na zijn overlijden.
De grote liefde voor Pessoa was Ofélia Queiroz, secretaresse bij het bedrijf waar Pessoa voor werkte. Ze leerden elkaar kennen in 1919, Pessoa was toen 31 jaar. Pessoa verklaart haar zijn liefde, waarna er een uitbundige briefwisseling ontstaat. Deze zijn als apart boek gebundeld onder de titel Liefdesbrieven 1920/1929-1932, nog altijd verkrijgbaar (uitgeverij de Arbeiderspers). Maar liefst 372 bladzijden dik.
Pessoa heeft hun relatie zelf verbroken. Omdat volgens hem liefde en literatuur elkaar uitsluiten. En zijn keuze was die voor de (eenzaamheid van de) literatuur.

Deze twee overeenkomsten tussen Kierkegaard en Pessoa, hoewel in een heel ander tijdsbestek en ook in verschillende landen levend, vielen mij dus op. Eerst het gebruik van al die pseudoniemen, alsof ze uit verschillende persoonlijkheden bestaan die allemaal evenveel recht hebben om naar buiten te treden. Die diepe gespletenheid in hun binnenste, de strijd daar, de diepe twijfels, het oprechte zoeken naar waarheid en oorspronkelijkheid, het kenmerkt beide schrijvers.
En daarnaast de bewuste keuze voor de eenzaamheid, om zo de eigen gedachten en ideeën zuiver te houden, waarbij ze de grootste liefde van hun leven opofferen. Iets waar ze hun leven lang mee blijven worstelen.