Afdrukken

Het afgelopen weekend ontstond er in het gezelschap waarin ik verkeerde een discussie over het verschil tussen proza en poëzie. Ik probeerde ook mijn mening naar voren te brengen, maar bleef net als de anderen steken in wat vage algemeenheden. Het is ook lastig, concludeerden we tezamen. Want wat is poëzie? En wat kenmerkt proza?

Bij nader inzien denk ik bij poëzie in eerste instantie: er gelden geen regels. Alles mag, alles kan. Het gaat om de beleving, het gevoel ergens in op te kunnen gaan. Het mag onbegrijpelijk zijn, grappig, filosofisch, zingend, onzin, spelend, van alles. Zolang de lezer zich er maar mee kan verbinden. Wat vooral niet wordt aangesproken: het hoofd. Veel mensen die niet gewend zijn gedichten te lezen, zeggen: ik vind het wel mooi, maar ik begrijp het niet. Nou, dit dus. Een totaal verkeerde insteek. Poëzie is niet bedoeld om te begrijpen. Waar dan wel om? Om te beleven.
Vergelijk het met muziek. Als jij een bepaalde compositie mooi vindt, vraag je je ook niet af of je het begrijpt. Nee, je ondergaat het. Je hoofd telt totaal niet mee.
Poëzie is dionysisch, zoals de filosoof Nietzsche dat heeft uitgewerkt. Het is dichtbij. Ofwel de Kairos, zoals de Grieken dat noemden. Het onmiddellijke beleven, het opgaan in iets wat in principe verstandelijk ongrijpbaar is, daar gaat het om.
Poëzie is, zoals gezegd, te vergelijken met muziek.

Proza kenmerkt zich door duidelijke regels. De opbouw van de woorden moet taalkundig juist zijn. De ene zin dient logisch op de andere aan te sluiten. De lezer moet begrijpen wat er staat, anders haakt hij af. Dit geldt zowel voor fictie als non-fictie. Ook voor krantenverslagen, essays, notulen, contracten etc. Wat hier wordt aangesproken: het hoofd.
Proza is apollinisch, zoals Nietzsche dat heeft uitgewerkt. Het is wat verder weg. Ofwel de Chronos, volgens de Grieken. Het is het denken, de logica, de grip die de lezer uiteindelijk op de tekst heeft of wil hebben, die het hier bepaalt.
Proza is te vergelijken met wiskunde.

Natuurlijk, sommig proza, met name de betere literatuur, bevat soms poëtische onderdelen binnen het verhaal. Bepaalde woorden of zinnen worden weggelaten, juist om de lezer aan het werk te zetten. Het ‘show, don’t tell’. Of er worden diepere, niet direct herkenbare lagen in ons gemoed aangesproken, wat maakt dat de tekst beter en langer ‘blijft hangen’.
En er is poëzie die hapklaar is, vaak grappig en in één keer te begrijpen. Ook dat kan.