Afdrukken

Vorig jaar was de bekende acteur Stephen Fry te gast bij Adriaan van Dis, die nog één keer zijn programma mocht presenteren bij DWDD. Een bevlogen man, die Stephen Fry, boeiende monologen houdend waar Adriaan van Dis nog nauwelijks tussenkwam.
Zo gaf hij een fraaie draai aan het nature-nurture debat. Over de betekenis van nature en nurture als eigenschappen van de mens wordt al vanaf de Griekse oudheid gediscussieerd.

Nature staat hier voor de natuurlijke aanleg van de mens, datgene waarmee hij geboren wordt. Vroeger noemde men dit de persoonlijkheid van de mens, tegenwoordig spreekt men van eigenschappen die in zijn genen zitten opgesloten.
In de oudheid was het Parmenides die als eerste stelde dat de wereld om ons heen een schijnwereld is, een foutieve bron om tot inzicht in 'het ware' te komen. Plato ging hierop verder door te zeggen dat werkelijke kennis haar fundament moest vinden in het denken en het zich herinneren van de Ideeën (een soort van goddelijke geest) die de mens al bezit van voor zijn dood, maar slechts vergeten is. Onze ziel is eeuwig, bestond dus ook al vóór onze geboorte, en heeft toen kennis gehad van de Ideeën. We komen dus niet als een onbeschreven blad (tabula rasa) op de wereld. De stroming die vanuit dit nature-principe denkt, noemt men het rationalisme. Het is een denken van binnen naar buiten.

Nurture stelt dat kennis slechts voortkomt uit de ervaring. De mens wordt als een onbeschreven blad geboren en wordt gevormd door de zintuiglijke indrukken die van buitenaf op hem inwerken. Concreet: de mens wordt gevormd door zijn opvoeding en sociale omstandigheden. In feite kan hij er weinig aan doen dat hij is zoals hij is. De mens wordt bepaald door hoe de buitenwereld is.
De hele moderne wetenschap is hierop gebaseerd. Zintuiglijke indrukken worden opgevangen, verwerkt en van een etiket voorzin. Ze vullen ons als het ware, maken ons tot de persoon die wij zijn. Het is een denken van buiten naar binnen.
Deze stroming noemt men het empirisme. Belangrijkste exponent hiervan in de oudheid was Aristoteles en later met name Epicurus. In de moderne tijd waren het Isaac Newton (die de fundamenten legde voor de huidige natuurwetenschap), John Locke en David Hume.

Immanuel Kant heeft geprobeerd deze twee zienswijzen tot elkaar te brengen in zijn beroemde Kritik der reinen Vernunft (1781). Zekere kennis is wel degelijk mogelijk en komt tot stand door het combineren van de rede (rationalisme) en de ervaring (empirisme). Hij geeft het empirisme gelijk door te stellen dat alle inhoud van onze kennis voortkomt uit de ervaring, zonder de ervaring zou ons denken immers inhoudsloos en leeg zijn. Er is echter meer nodig dan alleen ervaring, zegt hij, de mens heeft namelijk een verstand dat zelfstandig kan opereren. Er is dus iets eigens aanwezig dat de informatie van buitenaf op een eigen wijze tot zich kan nemen en interpreteren.

Tot zover de bekende zienswijzen over nature en nurture. De toevoeging aan dit debat van Fry was verrassend. Hij voerde aan deze twee componenten namelijk een derde toe: Nietzsche. Waarmee hij niet de persoon Nietzsche bedoelde maar diens visie op het (volgens Nietzsche) meest wezenlijke element van de mens: de wil.
Naast aanleg (nature) en omstandigheden als opvoeding en cultuur (nurture), stelde Stephen Fry het belang van de wil van de individuele mens als bepalend voor zijn identiteit en levensloop. Dit met talloze voorbeelden larderend. Hetgeen mij natuurlijk (wegens mijn beïnvloeding door Nietzsche) aansprak.

Want je kunt een getalenteerd iemand van alles aanbieden, een liefdevolle opvoeding, een voortreffelijke scholing door de beste docenten, dit alles is nog geen sleutel tot succes. Hij zal het op een of andere manier zelf moeten doen. Waar de een zich door de meest ellendige omstandigheden heenslaat en iemand wordt die zijn talenten krachtig weet te ontplooien, daar raakt een ander misschien aan de drugs of gaat de criminaliteit in. De wil, gekoppeld aan het geweten, speelt daar een belangrijke rol in. Zegt Nietzsche, zegt Stephen Fry.
Maar ja, wat is wil, wat is geweten? Het zijn begrippen waar iedereen wel een gevoel bij heeft, maar verder zijn ze tamelijk ongrijpbaar. Je kunt ze niet meten. En meten is weten, zegt de huidige wetenschap. Dus liggen deze begrippen al een tijdje in het verdomhoekje.

Toch, bij Nietzsche (en eerder al bij Schopenhauer) vormde de wil de grondslag van onze persoonlijkheid. Bij hem was het een actieve wil, die in het moment zelf de diepte van het leven in wil duiken, voetsporen na wil laten, grip op zichzelf en zijn omgeving probeert te krijgen. Wees actief en leef, was zijn slogan. Breng je talenten naar buiten, in het nu, in de wereld zoals die is. Enjoy the world.

Je ziet pubers vaak worstelen met hun wil. Deze moet nog grotendeels tot ontplooiing komen. Kenmerk is dat ze meestal niet 'willen'. Ze kunnen hun bed niet uitkomen, doen de hen gevraagde klusjes niet in huis, maken geen huiswerk, dromen op school maar een beetje weg, staren voor zich uit. Ze kunnen hun (slapende) wil nog niet verbinden met wat de buitenwereld aanbiedt en van hen vraagt. Het is ook een zware klus voor ze. Laat me met rust, is de meest gehoorde kreet als ouders hen weer eens op hun verplichtingen wijzen.
Maar, zodra er een belangrijke sportwedstrijd is waaraan ze deelnemen, of ze moeten vakkenvullen bij Appie Heijn, dan staan ze er opeens wel! Op tijd wakker, niet te laat aanwezig. En actief dat ze dan zijn! Kennelijk kunnen ze hun wil hier wel verbinden met hetgeen ze (moeten) doen. Opvallend natuurlijk.

Sommigen komen nooit tot voorbij deze puberfase. Ze kiezen voor het gemakkelijke geld, schakelen hun geweten uit en komen in de criminaliteit terecht. Of raken verslaafd aan genotsmiddelen of games om de werkelijkheid te kunnen ontvluchten. Verleidingen genoeg heden ten dage.
Zijn zij het slachtoffer van de omstandigheden? Hebben ze te weinig talenten om zich een plek in de wereld te kunnen veroveren? Nee, het ligt aan hun niet of te weinig ontwikkelde wil. Natuurlijk, het blijft vaag die wil te omschrijven. Wat is het precies, hoe kun je die dan wel ontwikkelen?
Je zou kunnen zeggen, de wil is een bepaald soort drang van binnenuit, een drang om te leven, om vooruit te komen. De drang om eigen sturing aan je leven te geven. Dat je min of meer baas bent over wat je zelf meemaakt.
Resumerend, de mens is een mix van aanleg, omgevingsfactoren en eigen wil. Zo stelt Nietzsche, zo stelt tussen de regels door Stephen Fry. Waarbij ik me voorzichtig aansluit (en een vierde factor voor het gemak maar even achterwege laat, anders wordt het te complex).